Telt de waarheid in een debat? Het voor de hand liggende antwoord is “ja”. Als een debater de jury vertelt dat de Taliban volledig verslagen zijn neemt de jury hem niet serieus en verliest hij het debat. Maar als dezelfde debater claims maakt over de kosten van een kerncentrale houdt de jury zich afzijdig en vertrouwt men op de onjuiste “analyse” van het kostenplaatje. Gevolg: onterechte uitslagen en liegende debaters. De manier om dit te voorkomen is om van te voren fact sheets waarop de belangrijkste feiten staan opgesomd aan juryleden uit te delen. Juryleden moet geïnstrueerd worden om feiten die in strijd zijn met de inhoud van het fact sheet af te straffen in de jurering om de jurering beter en eerlijker te maken.
Bonapartiaanse casus
Op het Bonapartiaans Debattoernooi vond onlangs een debat plaats over het doden van Joseph Kony, een Afrikaanse rebellenleider. Eén van de teams gaf een feitelijk juiste weergave van de passieve rol van Kony binnen zijn “Lord’s Resistance Army”. Het andere team hield zich niet aan de feiten en won het debat. Had de stelling dan niet gekozen moeten worden? Nee. Natuurlijke vergde de stelling specialistische kennis, maar dat is onvermijdelijk omdat belangrijke kwesties nou eenmaal op de agenda moeten komen en er in ieder debat kennisverschillen tussen debaters zijn. Bovendien is één van de doelen van de debatsport om algemene kennis uit te breiden. Het zou onterecht zijn om Afrikaanse crises niet te bespreken omdat de gemiddelde debater er toevallig niet zoveel van af weet. Wel is oneerlijk dat juryleden met weinig kennis over het onderwerp beslissingen nemen over de uitslag.
Gemiddelde krantenlezer
In het bepalen van wat een jurylid wel en niet als waarheid mag meewegen wordt uitgegaan van de kennis van de “gemiddelde krantenlezer”: als die zou weten dat iets niet waar was zou de jury het niet mee mogen meetellen, maar in alle andere gevallen wel. Zelfs wanneer het jurylid weet dat iets gelogen is mag hij die informatie niet laten meewegen in de jurering. Tegenstrijdige informatie van twee teams wordt in dergelijke gevallen tegen elkaar afgestreept. De reden dat een jurylid dat onjuistheden herkent alsnog credits voor die punten geeft is dat een ander jurylid in een andere kamer die onjuistheden misschien niet zou herkennen en er niet te grote verschillen mogen bestaan in de jurering tussen verschillende kamers. Als iedereen uitgaat van de gemiddelde krantenlezer blijven de juryverschillen beperkt, is de gedachte. Die gedachtegang is onlogisch.
Falen van huidig beleid
Het huidige beleid faalt op drie vlakken. Ten eerste is het ineffectief: de gemiddelde krantenlezer bestaat niet en verschillende juryleden accepteren verschillende niveaus van onjuistheden. Een jurylid met meer kennis van zaken zal in veel gevallen de juistheid van gegevens toch laten meewegen en een ander jurylid niet. Ten tweede stimuleert de policy toekomstige decision makers om door middel van leugens hun gelijk te halen. Debaters zijn rationeel en zullen liegen (middel) om te winnen (doel), wanneer ze daar geen nadelen aan ondervinden. Het toestaan van onjuistheden is dus een gedragsprikkel. Ten derde maakt het huidige beleid mensen dommer . Wanneer teams niet afgestraft worden op feitelijke onjuistheden vertrekt men na een debat dommer dan toen men binnenkwam, omdat men onwaarheden voor waar aanneemt. Dat is niet in lijn met het doel van debat om een “market place of ideas” te zijn en beter geïnformeerde beslissingen te stimuleren. Met een vertekent beeld van feiten lukt dat niet.
Info Slides
Een voor de hand liggende optie is een “info-slide-presentatie”, waarin wordt aangekaart waar het debat om draait. Het problematische daarvan is dat niet alleen juryleden maar ook de debaters op die manier geïnformeerd worden. Dat neemt het competitieve voordeel van algemene kennis weg, terwijl het nieuws bijhouden een deugd is en mechanistische kennis wel beloond wordt. Info slides over de Amerikaanse vloot in Bahrein zijn even kwalijk als info slides over basisfilosofie in een debat over het recht op leven. Daarnaast stuurt het verschaffen van informatie aan debaters het debat een bepaalde richting op en wordt de inhoud van debatten teveel geleid door het CA-team.
Hoe het ook kan
Gelukkig is een betere oplossing voorhanden: geef juryleden de tools om de juiste beslissingen mee te nemen en verplicht ze om die kennis te gebruiken in de jurering. Laat de CA A4tjes uitdelen aan juryleden tijdens de voorbereidingstijd waar bijvoorbeeld staat opgesomd hoeveel het bouwen van een nucleaire reactor in het verleden gekost heeft of hoeveel vluchtelingen er in Kongo in kampen zitten. Juryleden instrueren om de kennis in de jurering te laten gebruiken zorgt voor eerlijkere uitslagen en voor consistentie in jurering tussen verschillende kamers. Bovendien worden de debatten beter. Gewapend met fact sheets zullen juryleden niet langer belaagd worden door feitelijke onjuistheden. Debaters weten namelijk dat ze er niet langer mee weg komen. Debatten zullen gestoeld zijn op feiten, in plaats van op onzin. Natuurlijk zullen er nog steeds gevallen zijn waarin debaters met leugens wegkomen, maar de kans daarop wordt aanzienlijk kleiner en de kans op betere debatten neemt behoorlijk toe.
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur