In zijn artikel over het opbouwen van een goede propositiecasus beschrijft Daan hoe beginnende propositiesprekers een stevig fundament neer kunnen zetten voor de rest van het debat. Aan de oppositiesprekers de nobele taak om dit fundament vakkundig te slopen en er een nieuw fundament naast te bouwen.
Het doel
Een goede oppositiespeech doet twee dingen. Aan de ene kant moet het verhaal van de propositie worden aangevallen, door direct op de punten van de propositiespreker te reageren. Wanneer dit goed gebeurt kan de casus van de voorstanders een stuk minder sterk komen te staan, en kan de machtspositie die ze hebben om de kaders van het debat te bepalen worden verminderd. Een goede weerlegging van de punten van een propositiespreker kan er toe leiden dat de oppositie het debat gaat bepalen.
Aan de andere kant is alleen gaten schieten in het verhaal van de voorstanders vaak niet genoeg. Wanneer de oppositie alleen maar reageert op de propositie is er een grote kans dat de propositie, die de kaders van het debat heeft geschetst, er met de winst vandoor gaat. Een goede oppositiespeech moet dan ook met een sterk eigen verhaal komen naast de weerlegging.
De weerlegging
De weerlegging van argumenten, in jargon vaak de rebuttal genoemd, zit over het algemeen in het begin van de oppositiespeech. Hierbij reageer je direct op de spreker voor je. Het is bij de rebuttal zaak om even op alle argumenten te reageren. De meeste propositiesprekers kondigen hun argumenten van tevoren duidelijk aan: schrijf dan even mee en bedenk direct een manier om dit argument te weerleggen. Dit kan heel kort, zeker argumenten die niet al te belangrijk voor het debat lijken te zijn en die je in twee zinnen kunt ontkrachten moet je noemen. Geef de sterke argumenten van de voorstanders de aandacht die ze verdienen en ga ze niet uit de weg: besteed er juist wat extra tijd aan. Argumenten die volslagen onlogisch en onzinnig lijken dien je op z’n minst te noemen in de rebuttal. Je kunt er juist makkelijk punten mee scoren, en daarnaast bestaat er altijd de kans dat de jury toch nog waarde hecht aan het argument, waardoor het gevaarlijk is om het argument te laten liggen.
Naast de argumenten kunnen ook het probleem en het plan van de propositie worden aangevallen. Soms brengt de propositie als probleem een situatie die er helemaal niet is, of een situatie die niet per definitie problematisch is. Zo bracht een propositiespreker in een debat over het nationaliseren van energiemaatschappijen eens als probleem dat er in Nederland veel last is van uitval van het stroomnet, met als resultaat dat mensen niet kunnen vertrouwen op de aanwezigheid van elektriciteit. Een probleem dat op z’n minst gezegd te betwijfelen valt. Nu is het niet nodig om een hele minuut te besteden aan het aanvallen van de probleemsituatie, maar het dient zeker genoemd te worden.
De eigen argumenten
De rebuttal moet vaak worden voorbereid tijdens de speech van de propositiespreker, maar de eigen argumenten kunnen mooi tijdens de 15 minuten voorbereidingstijd worden uitgewerkt. Hier is een beetje anticipatie voor nodig. Bedenk allereerst kort wat de meest logische lijn om te volgen is voor de propositie, zodat je een beetje een idee hebt waar het debat over zal gaan. Pin je hier echter niet op vast. Het zou niet de eerste keer zijn dat een oppositie een debat voorbereidt met de gedachte dat de propositie een bepaalde lijn gaat voeren, om vervolgens volledig verrast te worden door een originele propositielijn. Daarom is het belangrijk om brede argumenten voor te bereiden. Zo zijn principiële argumenten vaak erg breed, en kunnen ze ook bij afwijkende en originele propositielijnen gebruikt worden.
Het gebeurt vaak dat een argument van de oppositie volledig haaks staat op een argument dat al is genoemd door de propositie. De verleiding bestaat dan om het argument van de tegenstander in de rebuttal al te weerleggen, om het daarna vervolgens nog eens te bespreken in de eigen argumentatie. Het is echter beter om in de rebuttal te melden dat je het argument van de tegenstander nu niet behandelt, maar dit later in je eigen argumentatie zal worden aangevallen. Dit voorkomt dat zaken dubbel worden genoemd en bespaart tijd.
Botsende argumenten
De kunst van het oppositie voeren zit hem in het hard onderuit schoppen van argumenten van de voorstanders. Veel beginnende debaters schoppen echter slechts zijdelings tegen de argumenten aan, bijvoorbeeld door een voorbeeld te geven waarin het argument van de voorstanders niet geldt. Wanneer een propositiespreker in een debat over legalisering van softdrugs het argument brengt dat het overgrote merendeel van de potentiële gebruikers zelf de rationele afweging maakt om drugs te gaan gebruiken, is het niet genoeg om te zeggen dat er ook mensen zijn die dat niet kunnen doen. Hiermee lijkt je casus goed te staan (immers: de overheid moet deze mensen die geen verstandige keuze kunnen maken beschermen!), maar je moet nog verder gaan, en bijvoorbeeld een analyse geven dat de belangen van jouw mensen (de ‘irrationelen’) zwaarder wegen, of beter moeten worden behartigd door de overheid, dan die van de mensen die de voorstanders aanvoeren (de ‘rationelen’). Maak je argumenten dus goed af, en blijf jezelf afvragen: hoe maak ik dit argument zo relevant mogelijk voor dit debat?
Combineren
Soms doet zich een situatie voor waarin het lijkt alsof je al de baas bent in het debat. Bijvoorbeeld wanneer je duidelijk hebt aangetoond dat het plan van de voorstanders het probleem niet zal oplossen, en zelfs negatieve effecten heeft die de status quo zullen verslechteren. De voorstanders lijken op de grond te liggen. Dit is echter geen moment om als oppositiespreker op je lauweren te rusten. Misschien lijkt het nu overbodig om ook nog principiële argumenten te brengen (immers: het plan werkt niet, waarom zou je het dan nog uitvoeren?), maar dat is het absoluut niet. Op zo’n moment is het goed om een combinatie uit te voeren: en zeg iets als: “het plan lost het probleem niet op, maar zelfs áls het het probleem zou oplossen, dan nog is het plan immoreel omdat…”. Op deze manier wordt je casus nog sterker, en wordt het voor de propositie nog lastiger om het debat te winnen.
Conclusie
De in dit artikel genoemde tips zijn slechts de fundamenten van een goede oppositiespeech. Oppositiesprekers, zeker de eerste spreker, moeten goed om kunnen gaan met een origineel plan. Ze moeten dynamisch zijn, en vakkundig de gaten in de argumentatie van de propositiesprekers kunnen vinden en benutten. Maar wie de lessen van dit artikel volgt heeft een goede basis voor het slopen van de casus van de propositie.
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur