Huidig Nederlands Kampioen Debatteren Daniël Springer geeft een laatste tip aan debaters die morgen en overmorgen gaan strijden om die titel in Groningen.
Nu ik werk en me langzamerhand terug aan het trekken ben als debater wil ik graag nog één wijze les delen met (vooral) beginnende debaters. Het gaat om de les waar ik zelf altijd het meeste moeite mee heb gehad: als je 5.000 bakstenen bij elkaar legt heb je nog geen huis. Of zoals ik het zelf tijdens een EDS-avond zei (die inderdaad niet bekend staan om hun subtiele feedback): “you can’t throw shit at me and expect me to reconstruct what you ate”.
Het doel van de “verhaallijnmethode” die ik zelf gebruik, en die ik hier zal toelichten, is meervoudig:
1: het identificeren en daarmee kunnen uitleggen van de onderlinge samenhang tussen punten
2: het aanbrengen van een logische volgorde in de punten
3: het kunnen verwijderen van onnodige punten
Ik zal nu kort de methode uitleggen. De verhaallijnmethode bestaat uit drie simpele stappen:
1: bepaal het slagveld
Mijn legendarische teampartner Jeroen “the Killer” Heun begint elke voorbereiding steevast met de vraag: “wat is de bewijslast in dit debat”? Wat hij daarmee in feite doet is kijken wat het slagveld is waarop gestreden gaat worden. Dit lijkt enorm basaal, maar het aantal debaters dat zelfs aan het einde van een debat geen enkel idee lijkt te hebben wat ze nu eigenlijk moesten bewijzen is schrikbarend.
Heel belangrijk op dit punt is het ook om vast te stellen of er wellicht meerdere slagvelden zijn en, zo ja, wat hun relatieve belang is. Dit is vooral erg belangrijk voor een tweede helft in een BP: om te kiezen wat de meest succesvolle extensie gaat zijn is het cruciaal om te begrijpen of een extra dimensie aan het debat (bv.: moreel tegenover economisch) zin heeft, of dat er slechts één dimensie is die de uitkomst van het debat bepaalt.
Om het iets concreter te maken: de uitkomst van stap 1 kan bijvoorbeeld zijn “het debat over een interventie in Syrië heeft twee dimensies: moreel en instrumenteel. Bij de meeste interventie debatten is de instrumentele dimensie echter veel belangrijker voor de uitkomst van het debat. Het slagveld waar we moeten winnen is dus: gaat een interventie voor positieve gevolgen zorgen voor het Syrische volk”.
2: bepaal je verhaallijn
Zelfs debaters die stap 1 met goed gevolg doorlopen, gaan vervolgens vaak door met “punten verzinnen”. Het probleem is dat punten verzinnen in dit stadium voorbarig is. Wat we eerst nodig hebben is een heldere formulering van het verhaal dat we willen vertellen. Wat is de essentie van ons verhaal?
Het voordeel van deze aanpak is dat, in plaats van direct te gaan brainstormen over concrete argumenten, je eerst kunt brainstormen over verschillende verhaallijnen. Dat scheelt later enorm, want het voorkomt dat je allerlei punten uit gaat werken die helemaal niet in je verhaal passen. Daarnaast suggereert een goede verhaallijn vaak bijna vanzelf de meest relevante punten.
Het bepalen van een verhaallijn is een iteratief proces: tijdens stap 3 kan het zijn dat je met argumenten komt die het nodig maken je verhaallijn aan te passen. Doordat je echter wel een hypothese opstelt van wat je denkt dat je verhaallijn gaat worden is het makkelijker om gefocust te blijven én voorkom je dat je helemaal geen verhaallijn hebt.
3: bepaal de argumenten
Pas bij de laatste stap kleur je de verhaallijn in met concrete argumenten. Denk hierbij goed na wat exact de bewijslast is die je verhaallijn van je vraagt, en met elke punten je die zo duidelijk en efficiënt mogelijk aan de bewijslast kunt voldoen.
Belangrijk is het hierbij om, als je een punt bedenkt dat niet in je verhaallijn past, het iteratieve proces goed te doorlopen. Vraag je dus af of de verhaallijn aan sterkte wint door het punt eraan toe te voegen. Dat bepaal je op zijn beurt weer door de twee mogelijke verhaallijnen naast je conclusie uit stap 1 te leggen: welke verhaallijn staat het sterkst gegeven het slagveld waarop het debat plaatsvindt.
Conclusie
De verhaallijnmethode is wat mij betreft een prettige manier om snel en gestructureerd een debat voor te bereiden, en te voorkomen dat je warrig of ongefocust bent. Ook vergroot het je efficiëntie, waardoor je meer tijd hebt om bijvoorbeeld rustig te praten, goede voorbeelden te gebruiken en goede grappen te maken.
Uiteraard is de manier waarop ik het nu beschreven heb een simplificatie, maar wie het idee begrijpt kan het verder zelf verfijnen. Ter illustratie heb ik de methode toegepast op een stelling, om te laten zien hoe je in concreto de verschillende stappen doorloopt.
Uiteraard kun je niet altijd vrij kiezen welke verhaallijn je gaat vertellen, bijvoorbeeld als je tweede helft ben in een BP debat. De verhaallijnmethode helpt je in dat geval echter wel met direct spotten van gaten in de lijnen van je voorgangers, en het begrijpen waar in het debat je het meeste waarde toe kunt voegen. Zo is een verbredende extensie vrij zinloos als je weet dat er slechts één kernthema in het debat is. In dat geval kun je beter een andere verhaallijn over hetzelfde thema vertellen.
De boodschap moge duidelijk zijn: ontwerp je huis voordat je met stenen gaat sjouwen. Heel veel goede punten zijn nog geen goede speech.
Illustratie
Ik snap dat dit een vrij theoretisch verhaal is geworden, daarom zal ik een stelling als voorbeeld nemen om te demonstreren wat ik bedoel. Stel, de stelling is: “DK stelt landen aansprakelijk voor schade veroorzaakt door internetpiraten die burger zijn van dat land” (bij benadering R4 KDT 2010) en we zijn voorstanders. Normaliter zouden we punten kunnen gaan bedenken, bijvoorbeeld:
1: ze profiteren indirect van de inkomsten
2: ze hadden strenger op moeten treden
3: het geeft een incentive om strenger op te treden
4: deze landen vinden het vaak allemaal wel best en zijn daarmee direct verantwoordelijk
5: de slachtoffers moeten in elk geval niet de dupe worden, want die hebben niets fout gedaan
Nu gaan we dezelfde stelling voorbereiden met de verhaallijnmethode:
1: het slagveld
Ten eerste moeten we ons realiseren dat het debat vooral over bijvoorbeeld creditcardfraude en Nigeriaanse e-mailscams zal gaan. Een team dat in mijn kamer zat had het bijvoorbeeld veel over online winkels die spullen niet opsturen. Alhoewel dat naar de letter on de stelling zou kunnen vallen had je door stap 1 goed te doorlopen kunnen weten dat dat het slagveld niet ging zijn.
Wat we vervolgens verwachten zijn twee slagvelden: zijn deze landen verantwoordelijk voor de geleden schade, en gaat dit ervoor zorgen dat internetpiraterij terugloopt. Aangezien we nu al kunnen bedenken dat bijvoorbeeld e-mailscams vaak worden gerund vanuit landen met een zwakke staat en nog zwakker digitaal toezicht gaat het lastig worden om het tweede punt te bewijzen. We kunnen dus nu al inschatten dat de eerste vraag, “zijn ze verantwoordelijk”, het belangrijkste slagveld gaat worden.
2: de verhaallijn
We willen onze peilen dus voornamelijk richten op het verantwoordelijkheidsvraagstuk. Als we nadenken over het begrip “verantwoordelijkheid”, dan zien we al snel dat er meerdere soorten verantwoordelijkheid bestaan. Bijvoorbeeld: als ik iemand sla ben ik verantwoordelijk, en als mijn hond iemand bijt ben ik het ook. Toch zijn dit intuïtief verschillende vormen van verantwoordelijkheid.
Een logische verhaallijn is dus bijvoorbeeld: deze landen zijn zowel direct verantwoordelijk, indirect verantwoordelijk én ze hebben profijt van de misdaden, daarom zijn ze aansprakelijk voor de geleden schade.
3: de argumenten
Het is nu duidelijk dat we drie belangrijke argumenten moeten maken:
1: directe verantwoordelijkheid
2: indirecte verantwoordelijkheid
3: verantwoordelijkheid door profijt van misdaden
Zoals we zien heeft deze manier van onze argumentatielijn bedenken er inderdaad toe geleid dat:
– we goed kunnen uitleggen wat de onderlinge samenhang is tussen de punten (het zijn verschillende vormen van verantwoordelijkheid, en zelfs als er maar één zou blijven staan winnen we het debat)
– de volgorde logisch is (van direct naar steeds indirectere vormen van verantwoordelijkheid)
– we een gefocuste lijn hebben (twee van de punten die we eerste bedacht hadden vallen nu buiten onze hoofdlijn).
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur