Jee, Daniël, dat werd wel eens tijd – het Cicerotoernooi was alweer op 24 november. Waarom zo laat met het verslag?
Inderdaad, dit verslag is rijkelijk laat! En dat heeft een reden: zoals ondertussen welbekend, liep het toernooi niet helemaal op rolletjes. Wij zijn op onderzoek uit gegaan om te ontdekken wat hier de oorzaak van was. Het duurde even voor we iedereen bereikten – zo tussen drukke studieschema’s en werktijden door. Niettemin, hier is het dan toch: een verslag van het Cicerotoernooi!
Geef dan eerst maar eens een algemene indruk van het toernooi: wat waren de stellingen en wie haalden de break?
Naast de vertragingen was het zeker een interessant toernooi te noemen: er waren een aantal scholierenteams en ook uit de studentendebatwereld waren er enkele ‘gemengde’ teams gekomen, samengesteld uit meer en minder ervaren teams. Dit paste prima in de filosofie van juryvoorzitter Menno Schellekens, die dit bij uitstek zag als een inhoudelijk toegankelijk en leerzaam toernooi, waarin feedback centraal stond.
Binnen dat kader waren de stellingen ook uitstekend behapbaar: dit bleek al bij stelling van ronde 1: “Deze Kamer verplicht alle universiteiten om studenten streng aan de poort te selecteren”. Gezien de kabinetsplannen een relevant onderwerp.
Ronde twee dook iets meer de typisch Oxford-filosofische stijl in maar bleef bij een voor de Nederlandse krantenlezer herkenbaar onderwerp: “Deze Kamer verbiedt de publicatie van herkenbaar beeldmateriaal van verdachten” – een debat waarbij de voorbeelden van de Slag bij Haren de debaters om de oren vlogen.
Ronde drie had een zogeheten ‘actormotie’: “Deze Kamer, als jongere, wordt niet actief op Facebook”. Dit werd door maar weinig voorstanderteams gewonnen. Juryvoorzitter Menno Schellekens zei hier achteraf over dat dit misschien zou kunnen komen omdat het idee van aan actormotie misschien niet voor alle deelnemers even duidelijk was. De vierde ronde bleef bij het thema ‘jongeren’ met de stelling: “Deze Kamer verplicht alle scholen om leerlingen intensief kennis te laten maken met verschillende levensvisies”.
De vijfde en laatste voorronde was voor sommige debaters nogal een shock, omdat deze een heel klein beetje staatsrechtelijke kennis vereiste: “Deze Kamer staat de Hoge Raad toe om wetten te verwerpen na grondwettelijke toetsing”. Tijdens het bord pasta achteraf waren de discussies over deze stelling niet van de lucht: hoe zat het nou ook alweer precies met de Hoge Raad in Nederland, en die grondwettelijke toetsing?
De break bevatte een mooie verrassing: naast Jeroen Heun en Tomas Beerthuis (onder de schuilnaam Luka en Bibi) gingen naar de halve finale verder door: GDS de Goede Burger, met Stijn de Jong en Joost Kooiman, Team CircumCicero met Daan Welling en Gigi Gil, en DSD 2, een scholierenteam bestaand uit Devin van den Berg en Juul Klein-Wolterink. Dit laatste team slaagde er in een spannende halve finale in om de als eerste gebroken Jeroen en Tomas te verslaan.
Voor de finale verplaatste het toernooi zich naar de Tilburgse raadzaal. DSD 2 nam het daar op tegen de Groningers met de stelling “Deze Kamer subsidieert de genetische verbetering van mensen”. De jonge Devin en Juul bewezen hier geen ‘one trick pony’ te zijn en wonnen uiteindelijk de finale met een redelijk comfortabele 5-2 split decision. Gefeliciteerd aan de winnaars – en dat belooft nog wat voor de toekomst: de LDU heeft Devin al als jong talent binnengesleurd, dus van dit team gaan we zeker nog vaker horen!
Allright – en wat kon er beter?
Zoals ondertussen genoegzaam bekend: het liep allemaal nogal uit. Enkele debaters waren zo gefrustreerd dat ze aan de redactie van Seventwenty aanboden om anoniem hun ongezouten kritiek te willen leveren. In plaats hiervan kozen wij ervoor om de discussie constructief aan te gaan. We hebben onder andere via Facebook gemaild met de tabber, het CA-team en gebeld Jordy van Lith, voorzitter van Cicero. De vraag die we hen voorlegden: wat ging er mis en wat kon er beter?
Aan sommige zaken kon de organisatie niks doen. In dit geval liep het toernooi een flinke vertraging op vanwege de dood van Rishi Chandrikasing op het treinstation Hollands Spoor: hierdoor zaten flink wat teams vast die anders op tijd waren gekomen. De organisatie had voor eventualiteiten zoals deze buffermogelijkheden in het rooster ingebouwd om zodoende vertragingen in te lopen: de lunch werd tussen de rondes door uitgedeeld, er werd een pauze geschrapt en runners werden opgehitst om juryleden nog veel sneller tot een uitslag te motiveren – door al deze mogelijkheden te gebruiken was de vertraging aan het eind slechts drie kwartier, terwijl er begonnen werd met meer dan twee uur vertraging.
Waar de organisatie ook weinig aan kon doen, is dat één van hun cruciale teamleden wegviel om persoonlijke redenen. In dit geval was dat de oorspronkelijke tabber, die 10 dagen voor het toernooi moest afzeggen. Op het laatste moment werd een tabber van EDS ingeschakeld. En dit is waar dingen minder soepel begonnen te lopen. Jordy van Lith heeft geëvalueerd wat hier precies gebeurd is en zijn conclusie was: door de spoed zijn er geen heldere cöordinatie-afspraken gemaakt en waren sommige verwachtingen over en weer onduidelijk. Een voorbeeld hiervan was de lijst op basis waarvan de eerste tab werd gemaakt: de registratiebalie had een voorlopige lijst opgesteld, onder de aanname dat deze maar weinig zou verschillen van de definitieve lijst. Op basis van deze lijst is een draw gemaakt voor de eerste ronde en die werd gepresenteerd als de uiteindelijke draw – maar de uiteindelijke definitieve lijst van aanwezige teams en juryleden bleek zo af te wijken dat deze hele draw weer op de schop moest.
Een ander voorbeeld van gebrekkige coördinatie was het lekken van de top vijf beste sprekers. Tijdens het avondeten vonden enkele debaters een handgeschreven lijst waar de top vijf met sprekerspunten op stond. Karin Merckens van het juryteam gaf hier over aan dat ze naar de tabroom gelopen was en aan de tabber een lijst van de top vijf had gevraagd om hier na de finale uitslag ven te kunnen doen – de tabber gaf aan deze lijst al aan OrgComm te hebben meegegeven, en OrgComm is deze uiteindelijk ‘kwijtgeraakt’. Als er vooraf heldere afspraken waren gemaakt over wie welke informatie had mogen zien en mogen meekrijgen, dan had dit niet kunnen gebeuren.
Naast heldere afspraken over de coördinatie had ook de onderlinge communicatie beter gekund. Volgens de juryvoorzitter wist de organisatie al eerder dat hun invaltabber alleen ervaring had met BP en tevens onbekend was met een eventuele tabprogramma’s voor AP, maar hebben ze verzuimd dit te communiceren met het juryteam. Desgevraagd wist de voorzitter van Cicero in ieder geval niet dat Bonaparte een goed werkend en getest tabprogramma voor AP heeft. Uiteindelijk werd de tab hierdoor handmatig gedaan – een tijdrovende en complexe klus. Eric Beverloo, de later ingevlogen tabber, gaf hierbij als tip om met de tabber in ieder geval een ‘trial run’ te doen. Door een trial run te doen weten organisaties hoe lang het tabben precies duurt en kunnen ze hun plannen hier op afstemmen. Een tabprogramma gebruiken en de tabber twee maanden van te voren betrekken is natuurlijk altijd beter.
To slot: zowel het juryteam als de organisatie hechten er aan toch hun dank uit te spreken jegens de op het laatste moment ingesprongen tabber. Jordy van Lith gaf aan dat Cicero volgend jaar in ieder geval weer een toernooi zal organiseren met dezelfde opzet: ze blijven vasthouden aan het AP-format en willen graag nog een keer een toegankelijk toernooi met een jonge CA. Alle betrokkenen hebben aangegeven geleerd te hebben van het gebeurde, dus volgend jaar wordt het vast een spetterend toernooi.
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur