Afgelopen zaterdag organiseerde Erasmus Debating Society haar jaarlijkse BP-toernooi. Met een indrukwekkend jurypanel, met Senna Maatoug, Jesse Fest, (uiteindelijk helaas afwezige) Adrian De Groot Ruiz, en Michael Tai, allen onder de vakkundige leiding van de immer bescheiden Abulhassan Al-Jaberi, waren de verwachtingen hoog gespannen: dit werd vast een mooie opener van het nieuwe jaar!
En dat bleek: het toernooi begon stipt op tijd, ondanks de weersomstandigheden en de winterdienstregeling van de NS. 36 teams traden tegen elkaar in het krijt over de eerste stelling ‘DK, zijnde de VS, verplicht de Amish hun kinderen naar openbare middelbare scholen te sturen’. Voor de niet-ingewijden las Daniël Springer nog even wat informatie voor over deze obscure cultus – hoewel sommigen achteraf beweerden dat de informatie hetzij niet helemaal correct was, hetzij te summier, hield dit niemand tegen om een stevig debat te hebben over de vraag in hoeverre een democratische rechtstaat mag ingrijpen op de vrijheid van religie.
Het tweede debat was net zo principieel, maar had ook wat praktische kanten: DK verbiedt het eten van vlees. Het debat ging onder andere over of vlees de meest efficiënte manier is om calorieën te produceren, over de biobeschikbaarheid van voedingstoffen in vleesvervangers en de effecten van de bio-industrie. Uiteindelijk bleek bij deze case toch het morele argument doorslaggevender te zijn.
Het feit dat veel debaters tijdens het debat concludeerden dat het eten van vlees toch echt ethisch niet verdedigbaar is (‘we eten onze zwakbegaafden toch ook niet op?’), weerhield ze er echter niet van om tijdens de erop volgende lunch een broodje ham naar binnen te werken. Voor de vegetariërs waren er gelukkig ook broodjes kaas, en heel opvallend: Appels. Heel veel appels.
Met nog maar twee rondes te gaan liep de spanning op. In de derde ronde voerden de teams een fel debat over de stelling ‘Deze Kamer verbiedt cosmetische/plastische chirurgie die doelbewust gericht is op het veranderen van raciale kenmerken’. In hoeverre mogen mensen zichzelf veranderen, ook als dat maatschappelijk gezien echt ongewenst kan zijn? De laatste stelling was een klassieker: ‘Deze Kamer voert lijfstraffen in’. Een klassiek debat waar waarschijnlijk elke openingsspeech draaide om de welbekende functies van straf die elke eerstejaars rechten over zich heen gesproeid krijgt, en elke samenvattingsspeech over hoe precies de staat de lichamelijke integriteit mag schenden van één van haar burgers.
De debaters verzamelden zich in de aula van openbare scholengemeenschap Wolfert van Borselen en kregen in recordtijd de break te horen. In halve finale 1 stonden Rogier Baart en Gigi Gil uit Leiden, Irene Graafsma en debatdebutant Peter de Jonge, Bob Alberts en Benjamin Mosk, beide teams uit Amsterdam, en het mixteam bestaand uit Nederlandse Bank-medewerker Micha Beekman en debattrainer Tomas Beerthuis. De concentratie Amsterdammers in de andere halve finale was iets lager: de hoofdstedelingen Daniël Schut en Josse van Proosdij namen het daar op tegen de Maastrichters Hanneke Berman en Eduardo de Villamor Martinez, de Groningers Veroniek van Praag en Bart Doorn en het voor Leiden uitkomende powerkoppel van Wieger Kop en Tjitske Zandstra.
Dat het juryteam goed naar het WK had gekeken, bleek wel: na vier rondes van moties die meer principieel geörienteerd waren, kwam er nu, na de break, net als op het WK, een meer praktisch en internationaal geörienteerde stelling: ‘Deze Kamer schaft de VN Veiligheidsraad af’. In beide zalen vlogen de actuele voorbeelden van machtspolitiek en wereldvrede over de tafel – eindelijk eens een motie waarbij de altijd kennishongerige debaters konden etaleren hoeveel ze wel niet wisten van internationale politiek.
Na een stevig bord pasta met verse salade (EDS, wat gezond!) maakten de juryleden al snel bekend tussen wie de finale zou gaan. In eerste propositie stond Maastricht met Hanneke en Eduardo, met tegenover hen Josse en Daniël die als enig honderd procent Amsterdams team de Bonapartiaanse eer moesten verdedigen. Tweede propositie werd gevoerd door Tomas en Micha die tegenover zich de immer gevaarlijke Rogier en Gigi zagen.
De stelling was medisch-ethisch en zwaar op de hand: ‘DK verplicht abortus in geval van ernstige medische aandoeningen die leiden tot een kort en pijnlijk leven’. Eduardo opende sterk met een stevige morele case, maar kreeg het al snel heet onder de voeten toen de oppositie enkele POIs over de uitvoerbaarheid op ze afvuurde. Josse opende de oppositie door eerst hier op te hameren: iemand verplichten tot abortus betekent een zware ingreep op de lichamelijke integriteit. Maar ook de principiële case ging hij aan door te laten zien dat ook een kortlevende baby nog positieve ervaringen kan hebben. Hanneke, zich welbewust van de zware bewijslast die de oppositie haar in de schoenen schoof, besteedde haar speech vooral aan het weer acceptabel maken van het van staatswege afdwingen van abortus. Oude debatrot Daniël pakte het vraagstuk van de uitvoerbaarheid weer op maar stelde ook dat een pijnlijk leven niet per se waardeloos is – juist een tragische ervaring als dit kan mensen dichter bij elkaar brengen, zoals dat ook gebeurt wanneer mensen zorgen voor terminaal zieken. Dit was wel het punt waarop de tweede propositie voor het eerst haar tanden liet zien door een gevaarlijke POI over het Groninger protocol.
Tomas nam vervolgens het stokje over. Hij probeerde de praktische uitvoerbaarheid weer te herstellen in ging dieper in op de emotionele hechting tussen moeder en kind. Rogier van de tweede oppositie had hier natuurlijk geen boodschap aan, bracht en passant ook nog in dat deze propositie de positie van artsen onmogelijk maakte en vervolmaakte vervolgens de ethische casus tegen de propositie. In de samenvatting van de voorstanders kwam Micha vervolgens nog terug op het Groninger protocol en sloot Gigi namens Leiden en de gehele oppositie het debat af.
De debaters werden na de finale eindelijk vrijgelaten van het Wolfert en vielen en masse een in de buurt gelegen bruine kroeg binnen. Het zal je maar overkomen: je zit op je vrije zaterdag rustig aan je derde jenever, komt er ineens een heel toernooi aan druk pratende debaters binnen. Gelukkig had de organisatie vooraf al drankbonnetjes ingekocht, dus de uitbater was verzekerd van een stevige omzet.
Het duurde niet lang voordat Abulhassan Al-Jaberi op een kruk klom en daar op geheel eigen, innemende wijze bekend maakte wie er gewonnen hadden: Micha Beekman had de Amsterdamse eer verdedigd door beste spreker te worden, en Josse van Proosdij en Daniël Schut braken de Bonapartiaanse banvloek: voor het eerst in drie jaar won Bonaparte weer een finale.
De volledige tab van dit geslaagde toernooi is hier te vinden.
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur