Let op: dit is een vertaling van het originele artikel in het Engels. Door de vertaling kan de toon veranderd zijn.
In dit artikel zal ik de afweging tussen het civil law en common law rechtssysteem bespreken. Dit was het onderwerp van debat in de vijfde ronde van de Eindhoven Open 2020.
Informatiedia: In a civil law system (like in the Netherlands, Germany and France), the law is primarily made by parliament. Judges apply and interpret it but generally try to keep as close to it as possible. In a common law system (like the UK and US), the law is primarily made by judges. They formulate generally applicable rules based on individual cases, which they base on what is common and what is perceived as just.
Ronde 5 – Eindhoven Open
Stelling: This House prefers a common law system over a civil law system.
Voor mij als rechtenstudent is dit een uitstekende stelling, omdat ik bekend ben met beide systemen, dus ik wist van tevoren welke potentiële argumenten ik kon verwachten. Ik denk ook dat de stelling vrij gebalanceerd is, maar de tweede helft teams kunnen een beetje moeite hebben met het vinden van een mooie extensie.
Wat de propositie betreft, waren de belangrijkste argumenten die de teams naar voren brachten dat rechters onafhankelijk moeten zijn van de rest van het politieke systeem. Ze mogen niet worden onderworpen aan openbare controle of de publieke opinie. In het common law-systeem bekleden de rechters de positie als de primaire wetgeving, met behulp van een systeem van bindende precedent. Rechters kunnen deze taken alleen het beste kunnen vervullen als is gewaarborgd dat ze volledig onafhankelijk zijn. Als ze niet onafhankelijk waren, konden ze hun rol niet naar hun beste vermogen vervullen. In plaats van de wet op de beste manier vorm te geven die ze denken, zouden ze zich meer zorgen maken over de mening van het volk en de gevolgen die een uitspraak zou hebben die als ongunstig zou worden beschouwd. Dit kan leiden tot uitspraken die ongunstig zijn voor bepaalde groepen in de samenleving, bijvoorbeeld minderheden in die zin dat ze minder door de wet worden beschermd. De crux is dat de rechters niet tot die beslissing zouden zijn gekomen omdat het is wat zij denken dat juist is, maar vanwege de mogelijke weerslag van de samenleving. Dus in plaats van een ‘goede’ wet te maken, gehoorzamen ze aan de populaire mening.
Aan de kant van de oppositie kun je de vraag opwerpen waarom rechters de wet moeten maken en vormgeven in plaats van de populaire soeverein. De mensen stemmen op hun vertegenwoordigers die de wet moeten opstellen en vormgeven. Daar komt bij dat de vertegenwoordigers eerder een betere vertegenwoordiging van de bevolking zijn, omdat rechters vaak afkomstig zijn van de elitaire leden van de samenleving, waardoor we een wetgevende instantie door de elitaire samenleving hebben in plaats van een meer gevarieerde wetgeving vanuit het parlement.
Dit bespreekt natuurlijk alleen maar kort wat men zou kunnen zeggen en heeft zeker meer uitleg nodig, maar het geeft je een algemeen idee van welke potentiële argumenten je kunt overwegen.
Thomas Nighswonger
Thomas is een debater van de Tilburgse Debatvereniging Cicero. Hij was de secretaris van de vereniging in 2018-2019.
Over de auteur