Categorie Archief Opiniestukken

doorNederlandse Debatbond

AP voor de (debat)adel, BP voor het volk

Zet een groep debaters bij elkaar en je krijgt vanzelf op een gegeven moment een discussie wat het beste format om in te debatteren. Is het ideale format nou AP [Amerikaans Parlementair, Red] of BP [Brits Parlementair, Red]? In deze driedelige reeks geven drie vooraanstaande Nederlandse debaters hun visie hierop. Vandaag doet Micha Beekman als laatste een duit in het zakje.

Als iemand die recent uit het Engelse Intervarsity-circuit naar Nederland is teruggekeerd herken ik veel van de observaties van Danique. Ik denk ook dat het geen steekhoudende argumenten zijn in een discussie over debatvormen. Danique verwart namelijk de Nederlandse studentendebatcultuur met de vormeigen elementen van AP. Dat men zich vaak beperkt tot weinig creatieve ‘standaardargumentatie’, en dat zelden een principiële zaak wint van een praktisch bezwaar zijn typisch voor het Nederlandse debat. Ongeacht de vorm waarin dat plaatsvindt, zo hebben een reeks Nederlandtalige BP-toernooien mij geleerd. (Overigens zijn beide opmerkingen niet uitsluitend negatief: ‘creatief’ voor de één is synoniem voor ‘irrelevant’ voor de ander, en je kan ook doorslaan met het laten winnen van principiële zaken, zoals in de Ierse debatcultuur het geval is.)

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

Casefile: ouders, kinderen en de staat

Reinier de Adelhart Toorop schreef een casefile met een uitgebreide analyse over de rol van ouders, kinderen en de staat in debatten.

Op bijna elk toernooi komt wel een stelling voorbij over wat ouders met hun kinderen mogen doen en/of wat zij voor hun kinderen mogen bepalen. Denk aan:  Deze Kamer verbiedt de pedagogische tik, Deze Kamer verplicht ouders hun kinderen in te enten en Deze Kamer verbiedt thuisonderwijs.

Het gaat hier meestal om zaken waarvan de meerderheid van het land zal denken dat het niet goed voor het kind is. Aan de andere kant zullen de ouders vaak culturele of religieuze redenen hebben om het juist wel te willen. Mogen zij dan hun zin doordrijven of moeten zij zich aanpassen?

Hieronder zal ik een redenatielijn beschrijven die deels zeer voor de hand ligt en voor een ander deel absoluut aanvalbaar is. Maar ik heb deze lijn in het verleden vaak zeer sterk en bruikbaar gevonden.

De redenatie begint bij volwassenen. Het is in Nederland (en in eigenlijk alle andere landen waar je debatten zou kunnen plaatsen) behoorlijk geaccepteerd dat volwassenen in principe vrijwel vrij zijn keuzes met betrekking tot hun eigen leven te maken. We hebben het dan over keuzes die in principe geen schade brengen aan derden. Als dat wel zo is, is staatsingrijpen vrij algemeen geaccepteerd.

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

Father knows best: debatteren vanuit de paternalistische staat

Nederlands Kampioen Daniël Springer legt uit hoe je het beste om kan gaan met (ir)rationaliteit en de daaruitvolgende rol van de Staat in een debat.

Jaren geleden, toen ik net begon met debatteren, zei een bekende Amsterdamse debater tegen mij: “het probleem met economen in een debat is dat ze, afhankelijk van hoe het uitkomt, met een stalen gezicht beweren dat mensen rationeel zijn, of juist pertinent niet rationeel zijn. Welke kant jullie ook kiezen, je komt er mee weg”. Ik heb door de jaren heen gemerkt dat inderdaad veel mensen worstelen met stellingen die ruwweg met de paternalistische staat te maken hebben. Ik wil in dit stuk proberen een vrij simpele visie op dit soort debatten te geven.

Spock is een typisch voorbeeld van een rationele actor.

Ten eerste moet ik natuurlijk definiëren over wat voor soort stellingen ik het precies heb. Ik vermoed dat wat ik hier bespreek voor veel meer debatten relevant is, maar concreet heb ik het over stellingen waarbij de staat het consumeren van product x c.q. het ondernemen van activiteit y reguleert of verbiedt. Voorbeelden zijn: het verbieden van alcohol of gokken, het verbieden van duelleren of zelfmoord, enzovoort.

Ten tweede is het handig om te kijken naar wat de waarschijnlijke wederzijds geaccepteerde grondslag voor de beoordeling van het debat is. Uit ervaring kan ik zeggen dat in 90% van de gevallen het uiteindelijke debat neerkomt op een vergelijking in termen van welzijn, op individueel of collectief niveau. Concreet wint dus de kant die aantoont dat het wel of niet aannemen van het plan voor de beste resultaten zorgt, ofwel voor het individu wiens vrijheid (niet) wordt beperkt, ofwel voor de samenleving als geheel. Ik zal aan het eind van dit stukje nog even kort bespreken wat er in de andere 10% van de gevallen waarschijnlijk gebeurt.

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

Het NK Scholieren onthuld!

CA Rob Honig analyseert het NK scholieren exclusief voor SevenTwenty. Lees alles over de verschillen tussen het studenten- en scholierendebat!

Het Nederlands Kampioenschap Debatteren voor Scholieren wordt al sinds 1998 jaarlijks gesponsord én georganiseerd door het Nederlands Debat Instituut. De ontwikkeling van het toernooi heeft sinds de eerste editie niet stilgestaan. In recente jaren is bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan de jurymethode. Om leerlingen beter voor te bereiden op de latere debatcarrière is een nieuwe jurymethode ontwikkeld. Door de gemaakte verbeteringen krijgen leerlingen nu na ieder debat een inhoudelijk gemotiveerde uitslag én individuele feedback. Deze nieuwe jurymethode is nauw verwant aan de jurering op studententoernooien.

De resterende verschillen tussen het NK Scholieren en studententoernooien zijn bewust gekozen door de organisatie. De redenen achter de tien opvallendste verschillen zullen in dit artikel uit de doeken worden gedaan.

Het NK Scholieren wordt hieronder puntsgewijs vergeleken met een studententoernooi waar Amerikaans Parlementair wordt gedebatteerd.

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

Debating the evidence: wat voor nut heeft debatteren eigenlijk?

Daniel Schut evalueert een rapport over het nut van debat van de English Speaking Union.

Enkele jaren geleden kwam ik in de kroeg met een fervent schaker in gesprek over of dat debatteren waar ik me zoveel mee bezig hield nou wel enig nut had. “Nou, nut, nut…” zei ik “Ik vind het vooral leuk, net zoals jij schaken leuk vindt”. Dat viel niet in goede aarde bij de schaker: “Jajaja, ik vind schaken leuk, maar veel belangrijker is dat schaken goed is: je leert er logisch en strategisch van denken. En dat debatteren van jou, daar leer je alleen maar slap mee lullen”. Ik kon dat natuurlijk niet over mijn kant laten gaan en lepelde een spaghettipan vol anekdotisch bewijs op: dat ik heb gezien hoe mensen door debatteren beter leerden zichzelf te uiten, vaker en dieper nadachten over welke standpunten ze innamen en beter de krant lazen waardoor ze een veel betere algemene ontwikkeling hadden. De schaker bood me een remise aan, vooral omdat het tijd was voor de laatste ronde.

Een echte debater neemt zulk anekdotisch bewijs natuurlijk nooit voor waar aan. Een echte debater vraagt bewijs: is het écht zo dat je van debatteren iets nuttigs leert? Gelukkig bracht de English Speaking Union onlangs een meta-analyse uit om die vraag te beantwoorden. Zij bekeken in totaal 51 rapporten die onderzochten of debatteren een positief effect had op schoolgaande en/of studerende jeugd, voornamelijk in de leeftijd van vijf tot achttien jaar. U kunt het volledige rapport hier (PDF) lezen, ik pik er voor u enkele belangrijke conclusies uit.

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

De meeste debaters trainen verkeerd

Je herkent het wel: debaters die in elke finale staan maar nooit winnen. Of nog erger: die bovenaan de tab eindigen na de voorrondes maar dan in de finale grandioos ten onder gaan. Alles wat deze debaters tot een geduchte concurrent maakte voor de break lijken ze te zijn vergeten erna. Waarom gebeurt dit nou? Natuurlijk gaat de een beter dan de ander om met de druk die een finale op hem legt maar dat is niet het hele verhaal. Uiteindelijk komt het neer op effectief trainen. Te veel debaters pakken dat verkeerd aan. In hun training zijn ze er alleen op gericht om hun topniveau te verhogen, terwijl ze juist ook oog zouden moeten hebben voor het beperken van de onvermijdelijke terugval.

Veel debaters houden van de uitdaging om vernieuwende analyse te bedenken; hoe ze complexe wetenschappelijke theorieën in hun voordeel kunnen gebruiken in een toekomstig debat. Velen van ons zijn generalisten en we streven ernaar om de wereld beter te begrijpen door middel van het debat. We bestuderen liever Rawls en Kant dan dat we werken aan gestructureerder speechen. Dat is begrijpelijk, de intellectuele nieuwsgierigheid is zelfs prijzenswaardig en het is natuurlijk waardevolle training voor een wedstrijddebater. Maar het is slechts een deel van een goede training en het is niet genoeg om toernooien te winnen. Want hiermee verhoog je slechts je topniveau.
Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

D. Schut waarschuwt de debatwereld nog één keer, 6

Vraag een doorsnee debater wat ze weten van de hedendaagse argumentatieleer en u krijgt een blik leger dan het donkere hart van Gargamel. “Ik lees The Economist, dat is toch genoeg?”. Nee, dat is niet genoeg. Debatteren draait om argumentatie en argumentatie is een volwassen academische discipline waar debaters naar hartenlust uit zouden kunnen, nee, moeten putten. In deze reeks maak ik u een beetje wegwijs in die wereld, vandaag over…

Sociale en consumentenpsychologie

Aan het eind van deze reeks, een domper. Er zijn beroepsovertuigers die nóg minder weten van argumentatietheorie dan wij. In de Mefistofelische miljardenindustrie van PR, reclame en marketing loont kennis van logica en kritische rede blijkbaar niet. Wat weten zij wat wij niet weten?

De communicatie-industrie draait om ‘attitude’: een globale houding van een persoon jegens iets. Attitudes hebben cognitieve en affectieve aspecten: het eerste is een set met elkaar verband houdende proposities, zoals ‘roken veroorzaakt longkanker’, het tweede een gevoelsoordeel over die propositie(s), zoals de doodsangst en ziektevrees die men voelt bij longkanker.

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

D. Schut waarschuwt de debatwereld nog één keer, 5

Vraag een doorsnee debater wat ze weten van de hedendaagse argumentatieleer en u krijgt een blik leger dan het donkere hart van Gargamel. “Ik lees The Economist, dat is toch genoeg?”. Nee, dat is niet genoeg. Debatteren draait om argumentatie en argumentatie is een volwassen academische discipline waar debaters naar hartenlust uit zouden kunnen, nee, moeten putten. In deze reeks maak ik u een beetje wegwijs in die wereld, vandaag over…

(Pragma)dialectiek

Wij debaters zijn gewend meningsverschillen als spel te zien. Buiten de debatwereld is dit niet gebruikelijk. Wat als we dat wel doen? Wanneer is iets ‘buitenspel’, wanneer een ‘goal’?

Verschillende auteurs uit informeel-logische hoek expliciteerden de regels van een meningsverschil door, net als bij voetbal, tactische zetten, rollen en succescriteria te beredeneren en vast te leggen . Kamlah en Lorenzen stelden in hun ‘Logischen Propädeutik’ bijvoorbeeld dat een tegenstander “wint” wanneer hij succesvol één van beide leden van de uitspraak “A én B is waar” aanvalt, maar de tegenstander mag elk lid maar éénmaal aanvallen. Elke logische uitspraak heeft zijn eigen verzamelingen van tactische handelingen op het gebied van beweren, aanvallen en verdedigen. Dit inspireerde de formele dialectiek van Barth en Krabbe, waarin ze meer dan dertig ‘spelregels’ opstellen, met regels als “er moet een propositie en een oppositie zijn”, “de oppositie heeft een neutrale contrapositie jegens de propositie” en “een speler kan zich verdedigen middels een tegenaanval óf een protectieve verdediging”. Deze rollen, zetten en succescriteria definiëren gezamenlijk een ideaaltypische norm voor een “kritische discussie”.

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

D. Schut waarschuwt de debatwereld nog één keer, 4

Vraag een doorsnee debater wat ze weten van de hedendaagse argumentatieleer en u krijgt een blik leger dan het donkere hart van Gargamel. “Ik lees The Economist, dat is toch genoeg?”. Nee, dat is niet genoeg. Debatteren draait om argumentatie en argumentatie is een volwassen academische discipline waar debaters naar hartenlust uit zouden kunnen, nee, moeten putten. In deze reeks maak ik u een beetje wegwijs in die wereld, vandaag over…

Sociolinguïstiek

Mijn collega vraagt: “Wat vond je van mijn presentatie”. Ik antwoord: “Tja, het is best moeilijk een goede presentatie te geven…”. Inhoudelijk zeiden we vrijwel niets en toch gebeurde er in deze miniconversatie veel. Maar wat?

De sociolinguïstiek is historisch een uitvloeisel van de linguistic turn in de filosofie. Filosofen als John Austin, John Searle en Paul Grice vroegen zich af hoe mensen dingen doen met woorden.

Meer lezen

doorNederlandse Debatbond

The Euros 2011 ESL final deserved a better motion

On the request of SevenTwenty, Eric Stam agreed to voice his opinion on the ESL final motion in order to start a proper debate about motion setting and the “parliamentary” nature of parliamentary debate. On Friday, Manos Moschoupoulos will respond with a defense of the motion. Any other author wishing to contribute to this debate can use the respond boxes below, or send in an article to seventwenty@debatbond.nl.

There seems to be something ‘’wrong’’ with motions used in ESL final rounds. At Cork Worlds 2009, the motion ‘’This House Would require a domestic quota of players in football teams’’ was held responsible by many debaters for a poor performance of some of the teams in the final, which eventually resulted in a petition on Facebook ‘’This House Believes the ESL final motion of Cork Worlds 2009 is a disgrace’’. I remember that I didn’t sign that petition because I believed it to be an excellent motion. Not only because I strongly disagree with those who claim that football has a marginal societal impact, but also because it was a perfectly fair and balanced motion in my opinion. I couldn’t comprehend that some people believed this was a debate that required ‘’specific knowledge’’. Some people – literally – didn’t know who Lionell Messi was. That time, I was asking myself: How can people be so ignorant? How can people live such an empty and shallow life?

However, I must confess I had a strong emotional reaction myself when I heard the motion of the ESL final of the EUDC this year. Not that it was of any concern to me – I wasn’t there, it was not my final – but there was clearly a sense of disbelief on not just my part but also on Facebook and Twitter after the motion was announced. Surely, debating the existence of God might be very interesting to people. No doubt it’s one of the biggest questions in life for many people around the world. But how – in the name of God – did it qualify as a good final motion for the ESL competition?

Meer lezen