Eens in de zoveel tijd nemen we bij SevenTwenty een spraakmakende stelling onder de loep. Vandaag: “Deze Kamer staat duelleren tot de dood toe”.
Kort door de bocht gezegd is de enige reden dat overheden bepaalde zaken verbieden en andere zaken toestaan, dat overheden mensen de kans willen geven om zo gelukkig mogelijk te leven. En om dat doel te bereiken moeten mensen keuzes maken over activiteiten die ze willen ondernemen, producten die ze willen kopen en over relaties die ze willen aangaan die hun geluk kan vergroten. Mensen maken daarin altijd verschillende keuzes: de één zijn droomvakantie is een stedentrip naar Praag, Wenen of Rome, de ander duikt het liefst de oerbossen van Noorwegen in, weer een derde blijft liever thuis om in de tuin bezig te zijn. En als we accepteren dat veel mensen heel veel verschillende concepties van ‘geluk’ hebben, dan moet de overheid inzien dat ze mensen heel veel vrijheid moet kunnen geven om hun ideeën over geluk na te kunnen streven. Achter deze filosofie gaat de prikkelende, provocatieve stelling schuil dat het misschien beter is om duels tot de dood toe te staan.
Voorstanders
Als voorstander wil je deze stelling, ten eerste, redelijk afbakenen: natuurlijk mag je niet zomaar beginnen met schieten in een volle winkelstraat; wanneer je duels tot de dood toestaat dan zul je daar speciale plaatsen voor moeten aanwijzen, en mensen de verplichting kunnen geven tot het inschrijven in een register over deze duels. Dit is logisch, omdat mensen niet zomaar opeens gaan besluiten om te duelleren tot de dood: dit is een besluit dat komt na een hele grote twist, of omdat er hele grote consequenties aan dit duel verbonden kunnen zijn. Niet voor niets is het maar acht keer voorgekomen dat er in Nederland zo’n duel wettelijk bestraft is: niet veel mensen hebben het idee dat elkaar proberen dood te schieten een goede manier is om een conflict op te lossen. Degene die dit wél doen, hebben hier over nagedacht en weloverwogen deze beslissing genomen, omdat de consequenties vaak, bij winst zowel als verlies, heel groot kunnen zijn.
Maar als het om zo’n kleine groep gaat, waarom is deze stelling dan belangrijk om over te debatteren? Nou, die zestien mensen die ooit zo’n duel zijn aangedaan, deden dat omdat zij daar een hele belangrijke reden voor hadden, die hun leven ging domineren. Stel je de situatie voor dat je, samen met een ander, strijdt om de hand van een geliefde. En zij zou een duel tot de dood willen voorstellen om de strijd te beslechten. Het kan zijn dat je zó ontzettend van haar houdt, dat je je niet kan voorstellen om zonder haar verder te moeten gaan: dan nog liever dood! En dat is dan precies de optie die je hier geeft. Soms vinden mensen het niet meer waard om te leven als dat leven hen niet bepaalde opties geeft die zij willen hebben. En daarom zijn zij bereid om een duel aan te gaan, als dat het laatste middel is voor hen om deze keuze veilig te stellen. En om dezelfde reden dat wij nu inzien dat als iemand van pijn ligt te creperen op zijn ziekbed, deze persoon liever sterft dan door te moeten blijven leven zonder de optie van een gezond bestaan, moeten wij als overheid inzien dat sommige mensen het als keuze hebben om te duelleren voor iets dat hun laatste strohalm naar een gelukkig leven is.
Tegenstanders
Mensen zijn helemaal niet zo verantwoordelijk, zullen tegenstanders zeggen. Ze maken vaak hele domme fouten, die nadelig voor ze uit kunnen pakken. De reden dat wij in veel gevallen mensen dan tóch de vrije keuze geven, om bijvoorbeeld een slechte investering te begaan, is omdat er de mogelijkheid is om je fout goed te maken. En dat is nu niet iets wat bij een duel tot de dood niet mogelijk is. Want als je hier te laat de trekker over haalt, ben je dood, en is er geen tweede kans meer. Dat zou al reden moeten zijn om te verbieden.
Maar de voorstanders hadden gezegd dat sommige mensen die dood inderdaad wensen als zij niet krijgen wat het duel hen had kunnen opleveren. Dus dan is het toch een legitieme keuze van de mensen die zo’n duel aangaan? Deze argumentatielijn gaat uit van het idee dat mensen inderdaad een weloverwogen en verstandige keuze hebben gemaakt om mee te doen aan zo’n duel, en dat mensen de consequenties van hun daden kunnen overzien. Ook daar zijn problemen mee, om een paar redenen:
Ten eerste schatten mensen hun kansen op geluk vaak te optimistisch in: als jij in een ziekenhuis ligt en je hoort dat je 50 procent kans hebt om een operatie te overleven, denk je dat die kans heel groot is, terwijl je toch in de helft van de gevallen zult sterven! Dit komt omdat mensen structureel zichzelf overschatten en hun eigen kansen hoger inschatten dan de ander. Er zullen dus twee mensen een duel ingaan met het idee dat zij zullen gaan winnen. En dat beeld strookt niet echt met de werkelijkheid.
Ten tweede is het ‘verlies’ dat je mogelijkerwijs oploopt, nooit onoverkomelijk. Je kunt later in je leven opnieuw verliefd worden, en hoewel een moeilijke situatie als ‘eerverlies’ in sommige culturen hele grote gevolgen kan hebben, hoeft dit niet te betekenen dat jij nergens anders een bestaan op kunt bouwen. Het verschil met de analogie over euthanasie is dat je nooit meer een tweede kans krijgt om bij een terminale ziekte een leven op te bouwen, omdat die gevolgen permanent en onomkeerbaar zijn. Maar dat is een heel unieke situatie, en nooit te vergelijken met iets als liefdesverdriet. Een overheid heeft als plicht om dit soort foute keuzes van mensen te sturen richting keuzes die men later nog geluk op kan leveren, zélfs als mensen dit op dat moment zelf niet inzien. Want mensen willen vaak op verschillende momenten in hun leven verschillende dingen. Een veertienjarige jongen denkt dat meisjes eng zijn, een achttienjarige jongen zit de hele dag veel meisjes achterna, en een dertigjarige man trouwt één vrouw voor de rest van zijn leven. Om deze verschillende ideeën over geluk binnen één persoon te beschermen, moet de overheid je helpen bij het beschermen van deze ideeën door het kwade hersenspinseltje dat er soms tussendoor glipt onmogelijk te maken. Daarom moet zo’n onomkeerbare, foute keuze als het aangaan van een duel tot de dood niet worden toegestaan.
Eindoordeel
Het is belangrijk om te begrijpen welke basisaannames bepalen hoe wij denken over overheidsbeleid. Aan de ene kant vinden wij dat mensen heel veel beslissingen zelf moeten kunnen maken, zonder overheidsinvloed. Aan de andere kant perken wij op een heleboel gebieden de keuzevrijheid van mensen in: we mogen geen harddrugs gebruiken, niet harder dan 130 kilometer per uur rijden, en niet duelleren tot de dood. Kritisch nadenken over prikkelende stellingen zoals het toestaan van duelleren tot de dood, door middel van een goed debat, verbetert ons inzicht in de keuzes die wij hierover maken als samenleving.
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur