CA Rob Honig analyseert het NK scholieren exclusief voor SevenTwenty. Lees alles over de verschillen tussen het studenten- en scholierendebat!
Het Nederlands Kampioenschap Debatteren voor Scholieren wordt al sinds 1998 jaarlijks gesponsord én georganiseerd door het Nederlands Debat Instituut. De ontwikkeling van het toernooi heeft sinds de eerste editie niet stilgestaan. In recente jaren is bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan de jurymethode. Om leerlingen beter voor te bereiden op de latere debatcarrière is een nieuwe jurymethode ontwikkeld. Door de gemaakte verbeteringen krijgen leerlingen nu na ieder debat een inhoudelijk gemotiveerde uitslag én individuele feedback. Deze nieuwe jurymethode is nauw verwant aan de jurering op studententoernooien.
De resterende verschillen tussen het NK Scholieren en studententoernooien zijn bewust gekozen door de organisatie. De redenen achter de tien opvallendste verschillen zullen in dit artikel uit de doeken worden gedaan.
Het NK Scholieren wordt hieronder puntsgewijs vergeleken met een studententoernooi waar Amerikaans Parlementair wordt gedebatteerd.
1. Teams van drie sprekers
Voor veel scholen is het NK Scholieren dé debatcompetitie waarnaar zij de meest enthousiaste leerlingen afvaardigen. Het toernooi kan slechts plaats bieden aan één team per school, aangezien in totaal meer dan honderd scholen willen meedoen. Om meer leerlingen aan bod te laten komen, wordt de conclusiebeurt dus door een derde, aparte spreker gegeven.
2. Volgorde conclusiebeurten
Anders dan in het Amerikaans Parlementair format, geven de voorstanders niet de laatste conclusiebeurt. De sprekersvolgorde blijft wisselen tussen voor- en tegenstanders tot het einde. Dit heeft als voordeel dat de inhoud van de tweede tegenstandersbeurt volwaardig mee mag worden geteld; er kan immers direct op worden gereageerd in de conclusiebeurt van de voorstanders!
3. Spreektijden
Alle beurten op het NK Scholieren duren 3 minuten. De twee conclusiebeurten zijn even lang als de eerste vier beurten, zodat er voldoende ruimte is voor weerlegging van de voorgaande spreker. Voor beginnende debaters (leerlingen op een school zonder debatclub) is 3 minuten een uitdagende hoeveelheid spreektijd. Voor de ervaren scholierendebaters (denk daarbij aan de gymnasia met een debatclub) is het juist uitdagend om zo efficiënt mogelijk met die schaarse spreektijd om te gaan.
4. Points of Information in alle speeches
De conclusiebeurten bieden voldoende tijd om ook daar Points of Information toe te staan. Zo blijft het debat tot het eind aan toe levendig.
5. Geen “beschermde tijd”
In 3 minuten spreektijd is het ondoenlijk om beschermde tijd aan te brengen. Daarbij zijn sprekers verstandig genoeg om geen Points of Information aan te nemen aan het begin of einde van hun speech
6. Korte tussentijden speeches
Er is tussen iedere speech 30 seconden tijd voor overleg tussen sprekers. Deze tijd is ook nodig voor (leerling)juryleden om sprekerspunten toe te kennen.
7. Individuele juryoordelen
Juryleden mogen vrij met elkaar overleggen na afloop van ieder debat. Zij werken echter niet toe naar een consensus. De meningen mogen dus verdeeld blijven (net als op WSDC). De juryleden vullen dus ieder hun eigen juryformulier in. De jurypanels bestaan uit een vaste bezetting van een Voorzitter (5 punten), Adjunct (3 punten) en Assistent (1 punt). De functieverdeling wordt gemaakt op basis van ervaring. Alleen de voorzitter geeft vervolgens uitslag en feedback aan de debaters. De debaters weten tot aan de break-aankondiging dus slechts welk team de meerderheid van de jurypunten heeft gewonnen (de uitslag kan natuurlijk variëren tussen 9-0 en 5-4). Door deze opzet betekent een verloren ronde niet automatisch uitschakeling en blijven leerlingen gemotiveerd tot en met het laatste debat.
8. Voorrondedagen en finaledag
Er doen ieder jaar meer dan 100 scholen (teams) mee aan het NK Scholieren. Om dit enorme aantal te herbergen moeten zij over drie aparte voorrondes worden verdeeld. Deze voorrondes vinden op drie opeenvolgende vrijdagen plaats. De beste 32 teams uit deze voorrondes kwalificeren zich voor de finaledag in Leiden.
9. Aangekondige stellingen
De tijdige aankondiging van stellingen geeft scholieren en docenten de kans om zich klassikaal in de onderwerpen te verdiepen. De mogelijkheid om debatten te kunnen voorbereiden maakt bovendien het toernooi laagdrempelig voor nieuwe scholen. Door de voorbereiding gaat natuurlijk ook wat spanning verloren. Om die reden is dit jaar een improvisatieronde toegevoegd aan de finaledag.
10. Powerranking
In de beschikbare tijd op een voorrondedag kan ieder schoolteam slechts 3 debatten voeren. Met twee teams per kamer, leidt powerranking dan tot oneerlijke situaties. Om deze reden worden teams op de voorrondedagen random ingedeeld. Op de finaledag krijgt ieder team een gelijke tegenstand in de debatrondes (op basis van resultaten in de voorrondes).
Het is belangrijk om te beseffen, dat ondanks de bovenstaande lijst, er meer overeenkomsten dan verschillen bestaan tussen het scholieren- en studentendebatteren. De stap van schooldebatclub naar universitaire debatvereniging is nog nooit zo klein geweest als nu. Om die afstand zo klein mogelijk te houden, is jurering door ervaren debaters onmisbaar geworden. Door die bijdragen kan het NK Debatteren een broedplaats voor Nederlands debattalent blijven.
Rob Honig
CA NK Scholieren 2011
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur