Zet een groep debaters bij elkaar en je krijgt vanzelf op een gegeven moment een discussie wat het beste format om in te debatteren. Is het ideale format nou AP [Amerikaans Parlementair, Red] of BP [Brits Parlementair, Red]? In deze driedelige reeks geven drie vooraanstaande Nederlandse debaters hun visie hierop. Vandaag als eerste: Danique van Koppenhagen!
Toen ik Manos Moschopoulos vroeg naar zijn mening over AP en BP, was bovenstaande titel het letterlijke antwoord wat ik kreeg. En niet zo stiekem ben ik het wel met hem eens: AP als format is behoorlijk outdated binnen het wedstrijddebat, zowel nationaal als internationaal.
De discussie over BP en AP wordt in Nederland jaarlijks meerdere malen gevoerd. Vooral als blijkt dat een vereniging wisselt van format op hun toernooi is het commentaar vaak behoorlijk heftig. Vorig jaar heb ik als convenor van het DTU, in overleg met het CA-team, ervoor gekozen om het voortaan in BP te organiseren. Het commentaar was niet van de lucht. Toch ben ik ervan overtuigd dat BP om verschillende redenen een beter format is.
Ten eerste denk ik dat je in een langer debat simpelweg meer analyse kan brengen. De extra tijd in het debat geeft alle teams meer ruimte om tot het fundament van een discussie te komen. De teams in de eerste helft worden gedwongen heel strategisch na te denken welke argumenten het belangrijkste zijn, omdat ze anders de kans lopen te verliezen van de tweede helft. Hierdoor is een goede eerste helft van een BP debat behoorlijk scherp en gefocust, terwijl in een AP debat niet met dezelfde restricties van een tweede helft zitten. Dat betekent dat de discussie daar eerder scheef kan lopen: teams missen een bepaalde prikkel om zo snel mogelijk tot de kern van de zaak te komen, en het debat kan eerder een onverwachte en onbelangrijke kant opschuiven. Daarnaast dwingt het debaters om een debat te voeren op filosofische fundamenten. Het slechts brengen van praktische voordelen en/of nadelen van een bepaald beleid is niet genoeg om het debat te winnen: er moet een filosofische onderbouwing bij zitten, anders kan de andere helft er met het debat vandoor gaan. Hierdoor komt het dichter bij wat voor mij het fundament van debatteren is, namelijk op basis van logica gedachten experimenten uitvoeren. Is dat elitair? Nee, juist niet. Logica vormt de basis van het maatschappelijk debat (of zou dat moeten vormen) en moet dus juist wel zo uitgebreid en diep mogelijk aan mensen worden bijgebracht, jong of oud, student of leerling. Zeker voor die gemotiveerden die het wedstrijddebat ingaan is BP dan een beter format.
Ten tweede merk ik dat in BP debaters veel vaker met originele lijnen komen. Het feit dat twee teams in principe hetzelfde verdedigen zorgt ervoor dat, vooral in de tweede helft, men niet altijd de standaardargumentatie kan brengen die al tig keer is gehoord bij een bepaald onderwerp. In AP blijft die standaardargumentatie vaak toch redelijk aanwezig. Dit kan een voordeel zijn als je een debat wilt voeren over een kleinere kwestie, waar minder filosofische gedachten achter zitten. Die debatten vind ik zelf echter vaak minder leuk, juist omdat je wegblijft van de grote punten.
Vooral bij debatten over Internationale Betrekkingen is het hebben van een langer debat een grote meerwaarde. Daar spelen namelijk vaak enorm veel zaken mee. Zowel punten over praktische effecten als principiële punten kunnen daar doorslaggevend zijn voor het debat. Dit betekent dat debaters veel meer gedwongen worden om aan te tonen waarom hun lijn echt, echt, echt de beste lijn mogelijk is. Hierdoor komt er vaak veel meer “clash” in het debat (als de eerste oppositie niet reageert op de praktische effecten van eerste propositie doet de tweede oppositie het wel) en is het minder waarschijnlijk dat alle vier de teams langs elkaar heen praten. Bij eenzelfde debat in AP zie je regelmatig dat het ene team op de praktische effecten zit, het andere op de principiële punten, en uiteindelijk maar bar weinig de echte afweging wordt gemaakt tussen die twee. De dreiging van een tweede helft dwingt een eerste helft effectief te reageren, en zorgt er ook voor dat men het hele debat door mee blijft doen door middel van POI’s.
En dan kom ik gelijk bij mijn derde voordeel van BP. In BP zijn strategische vaardigheden in bijvoorbeeld het uitzetten van lijnen, het stellen van POI’s en het framen van je punten veel belangrijker. Juist die dingen zijn later van groot praktisch nut bij het in de praktijk brengen van je debatvaardigheden. In de echte wereld gaat het niet altijd om de explosiviteit en directheid van AP debatten, maar is het juist handig om een originele draai in een debat te kunnen brengen, de hoofdlijnen uit grotere brokken informatie te kunnen filteren, en een snelle vrag op het juiste moment te kunnen stellen.
In die echte wereld ligt dan ook een niet te onderschatten relevantie voor het wedstrijddebat. De laatste jaren (decennia) hebben we gezien hoe soundbytes en simpele quotes een steeds dominantere rol zijn gaan spelen in het politieke debat. Echte analyse en onderbouwing van argumenten is vaak ver te zoeken. Het is aan een nieuwe generatie van opinieleiders, of dat nou vanuit het bedrijfsleven of de academische wereld, uit de politiek of de journalistiek is, om analyse waar terug te brengen waar het hoort. Onze generatie moet zich bekwamen in gedegen analytische argumentatie die toch overtuigend is en BP biedt dankzij de uitgebreide spreektijd daarvoor meer mogelijkheden dan AP ooit zal doen.
Als laatste wil ik toch nog even wat praktisch geneuzel inbrengen (o, shame, Danique, shame!). Het houden van toernooien in BP-formats zorgt ervoor dat, zeker voor de kleinere verenigingen, het garanderen van goede jureringen een stuk makkelijker is. Immers, je hebt minder juryleden nodig per team om een goed bezet jurypanel in elk debat te kunnen zetten. Daar waar dat voor het aloude, grote Bonaparte misschien geen probleem is (alhoewel ook jullie dit jaar een juryregel moesten instellen wegens een tekort aan juryleden), kan dat voor kleinere verenigingen van cruciaal belang zijn bij de organisatie.
Daarnaast is het lastig om als vereniging star vast te houden aan een bepaald format, wanneer de rest van de debatwereld overgeschakeld is naar BP. De grote internationale toernooien, EUDC en WUDC zijn toch echt allemaal in BP. Om daarin uit te blinken is het noodzakelijk daarin ook te oefenen, juist omdat het andere dingen van je vraagt dan AP. En vaak zijn het vaardigheden die verder gaan dan de vaardigheden die AP van je vraagt. Een goede BP debater is sneller een goede AP debater dan andersom.
De komende jaren zal blijken of AP echt een fossiel uit de jaren 90 is. Dan kan fossiel Daniel Schut namelijk niet meer constant de beschermvader uithangen, en is het toch echt aan de nieuwe generatie om mij en anderen ervan te overtuigen eens in de zoveel tijd een AP debat te blijven doen.
Dit stuk verscheen eerder in De Redenaar, het verenigingsblad van ASDV Bonaparte.
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur