Debaters staan bekend om hun allesverslindende intellectuele honger: ze lezen elke week braaf The Economist en kennen wikipedia uit hun hoofd. Maar welke boeken raden ze nu écht aan? Wat moeten mede-debaters echt gelezen hebben? En welke boeken hebben hen gevormd tot de mens die ze nu zijn? In deze serie gaan we op zoek naar de mens achter de debatmachine, en deze week vragen we de boekentips van:
Seventwenty: Anne, wat doe je zoal tegenwoordig?
Anne: Ik werk bij de International Debate Education Association (IDEA) waar ik debatevenementen organiseer, soms trainingen geef en nieuwe projecten opzet. Zo geven we debatteren maatschappelijke relevantie: we leren bijvoorbeeld jongeren uit achterstandswijken hun mening te geven over problemen in de buurt. Hierna gaan ze in debat met wethouders en politie. Zo geven we een groep jongeren die anders vooral als probleem wordt gezien de kans om gehoord te worden.
Seventwenty: Dat klinkt alsof je debatervaring hierbij heeft geholpen….
Anne: Ik doe deels nog hetzelfde als toen ik nog debatteerde, vooral op het gebied van evenementenorganisatie. Daarnaast merk ik dat debatteren vooral ook nuttig blijft om in gesprekken en vergaderingen snel tot de kern van een punt te komen en voorstellen goed te analyseren. Bijvoorbeeld door niet op ieder punt in te hakken, maar alleen op de hoofdpunten.
Seventwenty: Heeft je debatervaring wel eens tegen je gewerkt?
Anne: Niet echt, ik had altijd al de neiging om in discussie te gaan. Ik moest in het begin wel erg wennen aan het feit dat mensen je niet netjes je punt af laten maken maar constant in de rede vallen. Het enige waar het mij echt tegenwerkt is als mensen niet ‘meedoen’ aan een redelijke discussie. Doordat ze bijvoorbeeld ieder klein puntje aanvallen, of een heel voorstel afschieten omdat ze één punt van bezwaar vinden. Of meteen in de verdediging schieten bij een tegenwerping en dan niet het argument maar alleen het voorbeeld aanvallen.
Seventwenty: Je werd in 2008 samen met Reinier de Adelhart Toorop wereldkampioen debatteren. Ook nu nog sta je hoog op de NDR. Wat is jouw geheim?
Anne: Heel veel debatteren, met heel veel verschillende mensen omdat je van iedereen iets anders leert. Maar wel voor ieder toernooi dat je serieus neemt alleen oefenen met je vaste partner. Je moet aan een paar woorden genoeg hebben om te begrijpen wat de ander wil, niet ellenlange verhalen afsteken tijdens de voorbereiding.
Wat mij verder heel veel heeft geholpen is heel breed lezen, iets wat ik toch al deed en vooral ook erg leuk vind. Niet zozeer om feiten te leren of het nieuws te volgen, maar vooral door introductieboeken te lezen over andere vakgebieden, zoals sociale psychologie, civiel en strafrecht, filosofie, geschiedenisboeken en populair-wetenschappelijke boeken over hersenonderzoek. Daarbij hield ik, anders dan nu, constant in mijn achterhoofd de vraag hoe ik dit zou kunnen gebruiken in debatten. Doordat ik die theorieën zelf bestudeerde, kon ik in alle rust bedenken hoe ze in debatten zouden kunnen passen. Dat werkt veel beter dan simpelweg het rijtje doelen van het strafrecht op te lepelen in een debat, zoals je vaak tegenkomt.
Seventwenty: We vragen je naar drie boeken die jou als debater én mens gevormd hebben. Wat is de eerste?
Anne: Samantha Power – A Problem From Hell: America and the Age of Genocide. Het is een beschrijving van hoe het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en de Amerikaanse politiek heeft gereageerd op genocides, beginnend bij de Armeniërs in het net gevormde Turkije en eindigend bij Rwanda. Het boek beschrijft tot in detail welke informatie er beschikbaar was en wat de reactie van pers, ambtenaren en politici was.
Het boek geeft een sterke en beklemmende weergave van het politieke proces binnen het ministerie, in de pers en in de politiek. De stappen van eerste waarschuwingen naar besef van de ernst van de situatie, en vervolgens naar pogingen om tot actie over te gaan zijn enorm groot. Ze worden bovendien constant bemoeilijkt doordat verschillende actoren andere informatie, belangen en meningen hebben. Het laat daarmee precies zien hoe moeilijk het is om tot actie over te gaan in situaties waarvan iedereen achteraf zegt dat het zeker noodzakelijk was. Dat thema van beleidsbeïnvloeding en invoeren van maatregelen om mensen(rechten) te beschermen heb ik sindsdien als een leidraad door mijn studies heen gewoven.
Seventwenty: Wat is het tweede boek?
Anne: Naomi Klein – No Logo. Dit beschrijft de grote invloed die multinationale bedrijven hebben op onze westerse samenlevingen en op ontwikkelingslanden. Het laat zien hoe merken en logo’s overal in onze westerse maatschappij zijn doorgedrongen en voor een groot deel bepalen wat we kopen, ondanks het feit dat we zoveel meer voor de reputatie betalen dan voor het product. Aan de andere kant lijken we niks te kunnen doen tegen het feit dat bedrijven die machtspositie misbruiken door productie goedkoop en onder slechte condities te laten uitvoeren in ontwikkelingslanden.
Dit boek was heerlijk bevestigend om te lezen als linksige eerstejaars student en ik werd dan ook erg gelukkig van alle radicale conclusies die nu algemeen bekend zijn en volledig door de Occupy-beweging worden ondersteund. Maar wat voor mij meer betekenisvol was, was de manier waarop Klein op basis van kleine, dagelijkse gebeurtenissen en feiten inzicht kon verschaffen in een hele grote, onderling afhankelijke wereldeconomie, net zoals Putnam dat deed met Bowling Alone voor het functioneren van democratieën. Ik begrijp nu dat het methodologisch soms wat rammelde, maar toen was voor mij enerzijds de conclusie wat jij hier doet heeft op elders impact en anderzijds de methode van onderzoek die nu eens niet alleen maar droog en macro-geörienteerd was, zeer belangrijk.
Seventwenty: En boek nummer drie?
Anne: Milton Friedman – Capitalism and Freedom. Een strakke argumentatie voor zo min mogelijk overheidsingrijpen en zoveel mogelijk vrije markt omdat dit leidt tot meer vrijheid. Dit boek trok mij voor de eerste keer uit mijn linkse cocon en confronteerde me met standpunten die ik heel erg slecht vond, maar waar ik echt geen enkel antwoord op kon bedenken. Het boek is intern vrijwel geheel consistent en ik werd steeds geïrriteerder tijdens het lezen: ik kon maar niet bedenken waarom Friedmann toch echt geen gelijkhad. Hetheeft me uiteindelijk geleerd om naar premises te kijken in plaats van alleen maar naar wat precies in de tekst staat. En laten zien dat een tegengestelde wereldvisie ook heel redelijk kan zijn.
Seventwenty: Tot slot: welke wijze woorden wil je nog meegeven aan beginnende debaters?
Anne: Blijf vooral debatten voeren en argumenten zoeken die je zelf leuk vindt, uiteindelijk ga je daar vanzelf debatten mee winnen.
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur