‘In gesprek met eerstejaars debaters’ is een serie waarin we eerstejaars vragen hoe ze hun eerste bezoek aan een debatvereniging hebben ervaren. Wat waren hun eerste indrukken? Waarom zijn ze gaan debatteren en wat zijn hun ambities?
Vandaag een interview met: Fatma Capkurt, eerstejaars bij Cicero
Ha Fatma! Vertel eens wat over jezelf?
Ik ben een eerstejaars student Rechtsgeleerdheid te TIlburg die met plezier mensen dist maar er ook zeker niet voor terugdeinst om daadwerkelijk te discussiëren. Een vrouw kleedt zich naar haar macht toe, dus naturellement kleed ik mij goed, zoals ze dat ook in de niet-Eindhovense lichtstad doen. Tot mijn grote ensemble van begeerlijke eigenschappen behoort ook bescheidenheid, maar dat komt à l’écrit minder goed tot uitdrukking.
Subtiel, Fatma, subtiel. Je bent nu dus lid bij Cicero – hoe is dat?
Voor mij is het wel prettig. Voor Cicero is het een grote vooruitgang.
Waarom is dat voor Cicero zo’n vooruitgang, anders dan dat ze kennis mogen maken met jouw garderobe?
Omdat ik een lid ben die bereid is te investeren in haar geliefde vereniging. Cicero geeft mij de kans mijzelf te ontplooien en te ontwikkelen op het gebied van debat, ik zal dan daartegenover hetgeen doen wat in mijn macht is om mijn bijdrage aan Cicero te leveren… Het is een kwestie van geven en nemen.
Waarom ben je begonnen met debatteren?
Het is een roeping. Vooral wanneer men mensen hoort debatteren met weinig furore, dan is meteen duidelijk: Die moet ik op hun spreekwoordelijke plek zetten. Maar ik herinner nog heel goed het moment dat ik echt zeker wist dat ik wilde gaan debatteren. Dat was in de brugklas toen ik mijn broer Volkan, een fanatieke debater en tevens mijn debatheld, zag debatteren tijdens een toernooi. Ik dacht: dat wil ik ook kunnen! Deelnemen aan de schooltoernooien en regionale debattoernooien was dan ook een keuze waar ik niet zo lang over hoefde na te denken.
Beschrijf je eerste bezoek aan Cicero eens.
Mijn eerste bezoek aan Cicero was er een om niet te vergeten. Laten we frank zijn, Cicero is niet bepaald een grote vereniging, dat weten we allemaal. Maar vergis je niet: juist hierin schuilt de kracht van Cicero! Doordat het niet prestatiegericht is, is het voor een beginnend debater zoals ik een ideale omgeving om in op te groeien. Tijdens mijn eerste avond werd ik begeleid door een vedette die de taak kreeg mij de kneepjes van het vak haarfijn uit te leggen. Ik voelde me meteen op mijn gemak binnen de vereniging. Niet terugkomen was voor mij geen optie: I was hooked!
En ben je wel eens op een toernooi geweest? Welke? Wat vond je daarvan?
Op weg naar het Lagerhuis, een leuk, doch onprofessioneel toernooi dat weinig met echt debatteren te maken had. Mijn eerste universitaire toernooi was in Rotterdam, het was een dag om niet te vergeten!
Wat maakte het toernooi in Rotterdam zo onvergetelijk?
Nou dat is heel simpel. Rotterdam was mijn eerste debattoernooi op universitair niveau. Ik heb goed onderbouwde en leerzame feedback van de jury’s gekregen, nieuwe debaters ontmoet en inspirerende mensen zien debatteren. Zoals ik net ook heb aangegeven heb ik eerder deelgenomen aan de Op-weg-naar-het-Lagerhuis-debatternooien. Daar hoefden we maar een paar goede one-liners van tien seconden te maken en de overwinning was al in de pocket. Zo’n universitair debattoernooi zorgt er juist voor dat je meer en dieper gaat nadenken over de stellingen. Het was een uitdaging! Daar houd ik wel van.
En, zou je nu zeggen dat debatteren goed voor je is?
Dat is heel moeilijk te zeggen. Debatteren kan het slechtste in een mens naar boven halen. Winnen in een debat kan een kwestie zijn van drogredenen, verbloemen en theater spelen. En laten we eerlijk zijn, winnen is gewoon lekker. Sommige debaters doen het echt gewoon daarvoor. Socrates had dan ook geen ongelijk toen hij de ‘debaters’ van zijn tijd verweet dat ze niet de waarheid nastreefden, maar slechts een spelletje speelden om iets gedaan te krijgen. Anderzijds is debatteren leuk, uitdagend en het bevordert snel denken. Debatteren is een feest van het intellect. Het stimuleert creatief denken en toepassen. Ik vond het in eerste instantie wel erg moeilijk om zonder enige voorbereiding, op de 10-15 minuten voorbereidtijd na, opeens met hele argumentenlijsten te komen en de minuten vol te lullen. Maar als er iets is wat ik heb geleerd afgelopen jaar dan is het wel dat de leuke dingen buiten je comfort zone plaatsvinden. De meest bijzondere, creatieve en spontane beredenering komen naar boven in die paar minuten spreektijd! Je staat vaak zelf te kijken van je eigen argumenten.
En tot slot: wat zijn je langetermijnambities voor Cicero?
Ik wil groeien in het debat, iedereen verslaan, voorzitter worden en vervolgens de naam veranderen in Aristoteles. En wellicht nog een beetje naam maken en de giganten uit de debatwereld ontmoeten.
Fatma, we gaan ongetwijfeld nog veel van je horen! Succes!
De Nederlandse Debatbond (NDB) stelt zich als doel het wedstrijddebat te bevorderen en ondersteunen in Nederland. Als nationaal overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de NDB ongeveer 1.000 leden waarvan de meesten lid zijn van één van de debatverenigingen die Nederland rijk is.
Over de auteur