In deze serie bespreken we één stelling van een afgelopen toernooi in Nederland zeer grondig, en lichten we in twee delen de voor- en tegenkanten door. Vrijdag bespreekt beste spreker op Cicero Daan Welling de stelling “Deze Kamer vindt terrorisme een legitieme manier van oorlogsvoering”, een debat gevoerd op het Cicero Toernooi 2015. Maandag licht hij de tegenkant uit.
Disclaimer: Dit artikel is bedoelt om mensen meer inzicht in debatten en debatteren te geven. Onderstaande is niet de persoonlijke mening van de auteur.
Het was wellicht even schrikken toen mensen, de lunch achter de kiezen en Parijs nog in het achterhoofd, werden getrakteerd op een stelling die vroeg om terrorisme te zien als een legitieme oorlogsvoering. Wilde het CA-team echt dat de helft van het deelnemersveld die gruweldaden moest verdedigen? Uiteraard niet. Maar dat maakte de stelling voor veel debaters lastig om te bevatten. En dat terwijl dit onderwerp vaak terugkeert in debatten en deze type stellingen goed zijn om te oefenen. Daarom leg ik jullie uit waar ik aan zou denken, in drie stappen. Eerst kijk ik naar de strategie die ik zou voeren; daarna let ik op de frames die ik zou willen gebruiken; en tenslotte kijk ik naar welke argumenten daaruit voortvloeien.
De Strategie
Dit debat is een definitiedebat: de winnaar van deze ronde heeft waarschijnlijk het grootste gedeelte van haar tijd besteedt aan overtuigend uitleggen wat terrorisme nu precies is en wat voor een gevolgen dit heeft. De voorstanders willen terrorisme als gerechtvaardigd zien: waarschijnlijk een weldoordacht terroristisch plot bedoeld om angst aan te jagen en waarbij burgerslachtoffers niet in de grootst mogelijke getalen voorkomen. Dit is een lastige balans om af te wegen. Drie tips helpen hierbij.
Ten eerste, probeer terrorisme vooral te definiëren aan de hand van analogieën en voorbeelden. Een woordenboekdefinitie van terrorisme is leaky, dat wil zeggen dat de tegenstanders er makkelijk onbedoelde neveneffecten aan kunnen koppelen. Denk bijvoorbeeld aan de twee standaard componenten van een terroristische daad: er vallen (vaak bewust) burgerslachtoffers, en het doel is om terreur te zaaien. Dit is zo’n brede definitie dat het ook betekent dat je 9/11 of IS zou moeten verdedigen. Je moet dus uit een ander retorisch vaatje tappen. Voorbeelden die behulpzaam kunnen zijn: ecoterrorisme (milieuactivisten die bijvoorbeeld het gereedschap van boskappers saboteren), (on)gewapend verzet tegen de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog en, het meest extreme maar potentieel verdedigbare element, Palestijnse stenengooiers in Jeruzalem.
Neem vervolgens de stap om te bedenken wanneer geweld überhaupt gerechtvaardigd is. Just War doctrine stelt bijvoorbeeld vast dat geweld mag uit zelfverdediging, wanneer er geen laatste kans is. Dit geeft je allerlei opties voor argumenten: bossen worden in Brazilië met medeweten van een corrupte overheid gekapt. De Israëlische staat is militair aanwezig in Oost-Jeruzalem en staat het Palestijnen niet toe te stemmen in de Knesset. Hieruit volgt dat de thema’s die je case aan zal stippen onderdrukking en de daaropvolgende reacties zijn. Denk onder andere na over de vraag wie definieert wat terrorisme is in onze maatschappij, en of deze actor zelf wel de moral high ground heeft.
Als laatste, blijf als voorstander binnen het principiële debat hangen. Het geeft je weinig voordelen om te bewijzen dat terrorisme gerechtvaardigd is omdat het effectief is, bijvoorbeeld. Dit komt omdat terrorisme zelden een effectieve strategie geweest is om een oorlog te winnen (Al kunnen kleine doelen bereikt worden. Zo trok Spanje haar troepen terug uit het Midden-Oosten na de aanslagen in Madrid. Spanje was echter een relatief kleine speler binnen dit conflict). Ook krijg je geen voordelen door hier een beleidsdebat van te maken. Als tegenstander dwong ik in mijn debat af dat dit een beleidsdebat zou worden. De beleidsimplicaties zijn enorm (hoe zet je dit vast in internationaal recht, en kan een geslepen natie zoals bijvoorbeeld Rusland er dan geen misbruik van maken? Is dit wel aan het publiek te verkopen en vergroot dit niet de angst voor terroristische aanvallen?), maar je kan er als voorstander nauwelijks extra voordelen mee creëren die je ook niet uit een legitimiteitsdebat kan verkrijgen.
Het grote voordeel van deze case? Je zet de tegenstander compleet op het verkeerde been. Door ontzettend strak en retorisch overtuigend een strategie neer te zetten word het heel moeilijk voor de tegenstander om de voorbereidde argumenten te linken aan je eigen opgezette case. Zo slaan ze zich stuk op je framing nog voordat je één argument gebracht hebt!
De Framing
Om deze case overtuigend over te laten komen moet je framing perfect in orde zijn. Dit komt omdat je niet wilt dat je een slippery slope toestaat richting ISIS and Al Quaida. Framing betekent hier: welke woorden en ideeën je gebruikt om je argumentatie te ondersteunen.
Dat betekent dat je framing twee elementen continu zal benadrukken: dat je gekozen actoren geen enkele andere optie hebben omdat ze onderdrukt worden; en dat zij zelf of de actor die ze willen beschermen gevaar lopen dankzij de onderdrukker.
Het moeilijkst te brengen voorbeeld is uit proberen te leggen wat de bron van Islam-fundamentalisme is. Je kan uitleggen dat dit fundamentalisme ontstond door onderdrukking van Islamitische dictators (zie de Moslimbroederschap in Egypte) en versterkt werd door gevoelens van Amerikaanse overheersing, onder andere door de Eerste Golfoorlog en de financiële steun van dictators in Egypte en Saoedi-Arabië. Dit idee is academisch niet controversieel, maar strookt met conventionele verklaringen. Bovendien is het lastig hard te maken waarom deze feiten terroristische (tegen)aanvallen legitiem maakt.
Makkelijkere voorbeelden zijn onder andere het verzet in de Tweede Wereldoorlog (denk aan het adagium: one man’s terrorist is the other man’s freedom fighter), en ecoterroristen in Brazilië. Let bij dat laatste voorbeeld wel op dat ecoterroristen in het Westen ook dierproefwetenschappers hebben bedreigd!
Als laatste moet je je frame waarin je legitimiteit beperkt goed blijven verkopen. Geef dus aan dat je terrorisme als legitiem kan zien, maar dat daarmee niet alle vormen legitiem zijn! Trek een vergelijking met iemand anders doden: uit noodweer staan we dat toe maar moord met voorbedachten rade straffen we zeer. Als je terrorisme kan uitleggen als een reactie uit noodweer vanwege een onderdrukker kom je een heel eind.
De Argumenten
De argumenten die uit dit verhaal voortvloeien zijn helder.
Ten eerste stel je een definitie voor legitimiteit. Het makkelijkst is om de hierboven aangehaalde Just War Doctrine aan te halen, en ze per analogie met noodweer te bewijzen. Dat betekent dat je grootste argument zal zijn waarom terrorisme gelijkgesteld kan worden aan noodweer.
Bijkomende argumenten zijn waarschijnlijk additionele voordelen of schadebeperkingen. Zo kan je bijvoorbeeld claimen dat dit verhelderd discours over wat een terroristische daad is kan leiden tot meer begrip voor de oorzaken van terrorisme en een betere publieke reactie op beleidskeuzes tegen terrorisme. Bijvoorbeeld: als we jihadgangers in Syrië zien als onbegrepen jongeren uit een arm milieu zijn we meer geneigd ze te begeleiden in plaats van straffen. Dat soort begeleiding zorgt voor een grotere kans op rehabilitatie. Ook krijgen we hun vertrouwen en winnen we informatie over het netwerk waar ze deel van uitmaakte.
Qua schadebeperkingen zal je om moeten gaan met het feit dat men burgerslachtoffers veroorzaakt wanneer ze terroristische daden plegen. Dit kan dan wel utilitair gerechtvaardigd worden (de zaak is goed; dit offer mag dan betaald worden), dan wel kan je het ‘targeting’ gedeelte uit de Just War doctrine gebruiken. Dat wil zeggen dat deze burgers een legitiem doelwit zijn omdat ze onderdeel uitmaken van de oorlog. Houd ook vooral hier voor dat je niet effectiviteit van een terreuraanslag hoeft te verdedigen. Desalniettemin is dit argument misschien wel het sterkste wapenfeit voor de tegenstanders, en je tweede spreker doet er goed aan na te denken over overtuigende antwoorden.
Conclusie
Dit debat vereist een slimme opzet en een helder beperkend principe. Wanneer de juiste opzet gekozen is volgen de argumenten daar logisch uit voort. Tegenstanders zullen actief je case moeten counterframen. Hoe ze dat kunnen doen? Dat leg ik maandag uit.
Zijn er argumenten die ik gemist heb? Of heb je andere opmerkingen? Laat vooral een comment achter!
Daan Welling
Daan is een oud-debater van de Leiden Debating Union en Nijmeegse Studentendebatvereniging Trivium. Ook diende hij als Bestuurslid PR & Communicatie van de Nederlandse Debatbond (2013-2014).
Over de auteur