De zomertijd is net ingegaan [dit artikel is duidelijk veel eerder geschreven, red.]. Een uur korter de tijd om te slapen betekent maar één ding: het is noodzaak om langer te slapen. Zo sprak ik Josse van Proosdij nadat hij van dit genot gebruik had gemaakt op een heerlijke zondag. We spraken onder andere over de inclusiviteit van de debatwereld, over de waarde van het debatteren doordat je leert een probleem van meerdere kanten te bekijken en over wandelen als coronahobby.
Profiel Josse van Proosdij
Leeftijd: 29
Alma mater: Universiteit van Amsterdam (MA Militaire Geschiedenis) en Vrije Universiteit Amsterdam (MSc Spatial, Transport and Environmental Economics)
Huidige positie: Strategisch analist WWFT bij International Card Services
Debatprestaties (onder andere): Beste spreker op het Cicerotoernooi 2019 en Lund IV 2020. Winnaar Erasmus Rotterdam Open 2013 en Kalliope Debattoernooi 2019.
Favoriet toernooi: Lund IV (waar hij 4 keer is geweest): er hangt een goede sfeer, het hotel is nice en je kan gerookte zalm eten voor het ontbijt voor een lage reg fee.
Hoi Josse! Goed je weer te spreken. Hoe gaat het met je?
Goed! Ik ben het Pieterpad aan het lopen. In het begin van de lockdown ging het iets minder maar nu gaat het wel goed. Het werk gaat steady en met vrienden is het ook leuk.
Hoe ben je met debatteren in aanraking gekomen?
In mijn eerste studiejaar (in 2009) ben ik langs geweest bij Bonaparte met een vriend. Ik wilde lid worden maar de secretaris raadde aan om weer terug te komen als de beginnerscursussen weer zouden beginnen. Achteraf gezien vind ik dat een rare opmerking maar ik ben toen dus het jaar erop terug gekomen. Dat was puur toevallig omdat ik ging eten met een vriend en Walter [Freeman, red.] was daar; hij ging er na door naar Bonaparte en ik ging mee.
Wat is de grootste les die je hebt geleerd uit de debatwereld?
Persoonlijk heb ik het meeste geleerd om eindeloos iets van andere kanten te bekijken en verplaatsen in standpunten en logisch uit elkaar halen. Presenteren kon ik altijd al goed, ondanks dat dat wel beter is geworden hoor. Op het werk zie ik snel de kern van het punt. In de 15 minuten voorbereidingstijd leer je dat en dat doe ik dus nog steeds. Je ziet snel dingen en komt snel tot de kern. Mensen zeggen dat iets het probleem is maar ik zie dan dat het onderliggende vraagstuk iets anders is. Alleen denken andere mensen soms niet zo snel en dat is lastiger; binnen een groot bedrijf moet je alsnog nog een heel proces door en dat vergt zeker wel geduld.
Je stond onder andere bekend om je kritische houding ten opzichte van inclusiviteit en equity. Wat is (of was) je mening hierover?
Als ik uit persoonlijke ervaring spreek, merk ik de praktische naleving en impact van equity in Nederland nauwelijks. Ik voelde me eerlijk gezegd nooit beperkt in wat ik mocht zeggen. Ik heb me nooit ingehouden om generalisaties te gebruiken; waarom staat dat dan in zo’n equitybeleid? Je praat mensen een soort zelfcensuur aan. In extreme gevallen zoals grensoverschrijdend gedrag gaat dat equity juist te boven. Het moet zeker wel gezien worden maar de kennis moet er dan zijn om het door te sturen naar de juiste autoriteiten.
Vind je dan ook dat de debatwereld niet inclusief is?
Ik kan me best voorstellen dat er mensen zijn die het niet “hun scene” vinden en zich dan niet aanmelden bij een vereniging. Dit is vooral internationaal te zien. Ik denk niet dat de debatwereld per se tegen rechtse mensen is, maar misschien wel minder inclusief is tegenover mensen die minder slim zijn; daar kunnen debaters wel naar over zijn. De boksvereniging hoeft ook geen rekening te houden met mensen die niet kunnen boksen.
Ik zit er nu minder mee dan vroeger want vroeger vond ik dat er belangrijke dingen werden besproken en rechtse mensen vielen daarbuiten. Nu vind ik het alleen soms jammer dat sommige meningen niet worden gezien als mening maar als feit en dan worden andere meningen uitgesloten. De impact op de maatschappij is niet groot dus het is geen drama.
Hoe merk je dat dan in debatten?
Het gaat om het denkkader. Debatteren gaat erover dat je een specifieke statement kan herleiden tot een algemeen principe. Mensen die een route volgen die iedereen snapt, kan gemakkelijker punten scoren bij de jury. Met Michiel [van der Zee, red.] heb ik net de break gemist op Zagreb EUDC. Het debat in ronde 8 ging over de vraag of microkredieten slechts nog naar vrouwen zou moeten gaan. Propositie zegt dat vrouwen onderdrukt zijn in Mali (ik noem maar een land) en dat wordt dan voor direct als de waarheid aangenomen. Wij verdedigden dat mannen in Mali het ook best zwaar hebben. De jury keek ons aan alsof ze water zagen branden, maar technisch gezien zouden beide argumenten dezelfde uitleg behoeven.
Wat doe je nu om het gat op te vullen?
Met debat doe ik dus niet zoveel meer. Het is goed dat er een natuurlijke break was door de lockdown. Bonaparte blijft leuk maar ik word er nu echt te oud voor. Ik heb twee jaar geprobeerd om echt goed te worden en serieus te winnen; maar de laatste jaren stond het plezier op de eerste plek. Ik wil wel meer met mijn presentatievaardigheden gaan doen, bijvoorbeeld theater of stand-up comedy maar dat is nu natuurlijk niet echt mogelijk. Ik mis het spreken voor groepen wel. Ik ben nu veel aan het wandelen omdat ik aan het trainen ben voor de 4-daagse. Elke week ga ik met de trein naar het oosten en daar loop ik dan 20 tot 50 kilometer.
Je werkt als Strategisch analist WWFT bij International Card Services. Wat houdt dat in?
Bij alle financiële instellingen moeten transacties gescreend worden tegen witwassen door de WWFT (Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren van Terrorisme). Ik ontwerp het systeem dat alerts genereert voor die transacties bij ICS. Ik ben nu bijvoorbeeld bezig met cryptocurrencies.
Het is een interessant denkniveau wat vrij fijn is. Ik weet genoeg van data science en IT om te snappen waar de data scientists mee bezig zijn. Ik begrijp hun problemen van meerdere kanten (doordat ik heb gedebatteerd) maar ik wil zelf niet de hele tijd achter de computer zitten. Nu doe ik ook veel meetings en doe ik onderzoek naar wat de huidige regels opleveren en hoe we dat kunnen aanpassen.
Met je geografische en geschiedkundige kennis vanuit je Master’s doe je nu weinig. Mis je dat?
Jazeker. 2 jaar geleden ben ik afgestudeerd en daarna heb ik een data science traineeship gedaan; ik wist zeker dat ik met IT en data door wilde en dit was de beste manier om daarmee te beginnen. Het is anders gelopen dan ik had verwacht; allereerst begon natuurlijk de coronacrisis en was het baanaanbod dun. De WWFT business was toen een heel leuke en interessante tak om me in te verdiepen. Ik pas soms mijn geografische kennis op zich nog wel eens toe; de transacties lopen door veel verschillende jurisdicties en ik weet vrij veel van landen zonder me in te hoeven lezen, waardoor ik in kan schatten of iets logisch.
Wat is een les die je zou willen doorgeven aan degenen die dit artikel lezen?
De debatwereld is leuk maar het is niet het einde van de wereld als je hem verlaat. Neem het niet te serieus (beide in de positieve of negatieve zin), of je nou een goede of minder goede debater bent. Het debatteren is erg nuttig maar het feit dat je heel goed bent, betekent niet dat je aan de top van de wereld staat en als je minder goed bent, betekent het ook niet dat je minder voorstelt waar je ook terecht komt.
Verder heb ik niet veel meer te melden, behalve misschien de quote van Lodewijk XV: après moi, le déluge (oftewel “na mij de zondvloed”). Dat betekent zoiets als dat het mij niet veel meer uitmaakt nu ik uit de debatwereld ben verdwenen.
Mike Weltevrede
Mike is een alumnus van de Tilburgse Debatvereniging Cicero en de secretaris van de Nederlandse Debatbond (2019-2021). Hij was vicevoorzitter van Cicero (2015-2016) en overzag in die functie de nieuwe internationale tak. Hij organiseerde tevens de Dutch Debating Winter School, een debattrainingsweek welke deelnemers van meer dan 20 nationaliteiten aantrok.
Over de auteur